Havo 3 aanwijzend voornaamwoord

Havo 3 aanwijzend voornaamwoord
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Havo 3 aanwijzend voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Bij welk lidwoord horen de aanwijzende voornaamwoorden?
DIT
DIE
DAT
DEZE
DE
HET

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep het aanwijzend voornaamwoord naar het juiste vakje
Mannelijke woorden
Mannelijke woorden met een klinker of stomme h enkelvoud
Vrouwelijke woorden
Alle woorden in het meervoud
Ces
Cet
Ce
Cette

Slide 3 - Question de remorquage

1. Tu aimes     ...      légumes?

2.     ...      fille est ma soeur.

3.     ...     hôpital est vieux.

4. Je prends     ...      dessert.

Aanwijzend voornaamwoord
ces
cet
ce
cette

Slide 4 - Question de remorquage

table
album
enfants
bureau
Sleep het aanwijzend voornaamwoord voor het juiste woord.
ce
cette
cet
ces

Slide 5 - Question de remorquage

Verander steeds het bezittelijk voornaamwoord in een aanwijzend voornaamwoord.
Bedenk eerst welke vorm waar bij hoort (mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud, meervoud).

Ce
Cet
Cette
Ces
Mon père
Ma soeur
Mes parents
Vos tantes
Mon oncle 
Ses copains
Notre famille
Leur maison (v)

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar het juiste aanwijzende voornaamwoord (2 per vak)
Ce
Cet
Cette
Ces
table
mur
animal
portables
fchaussette
chaussures
hôtel
garçon

Slide 7 - Question de remorquage

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ monsieur
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 8 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ pommes
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord in het Frans?
A
ses
B
cet
C
ces
D
ce

Slide 10 - Quiz

Het aanwijzend voornaamwoord

__ critiques
A
ce critiques
B
cet critiques
C
cette critiques
D
ces critiques

Slide 11 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ manteau
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 12 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ guitare
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 13 - Quiz

Het aanwijzend voornaamwoord
... anniversaire
A
cet
B
cette
C
ce

Slide 14 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord
...............robe
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 15 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ chaussures
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 16 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ agenda
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 17 - Quiz

Klaar?
Oefen de woorden van apprendre 1, 2,4 en 6 via wrts of quizlet.

Slide 18 - Diapositive