week 12 - 14 april 2023

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

week 15 - 2023

Vandaag

Het is vandaag...................            De datum is ............

Morgen is het .............

Overmorgen is het ..........

Gisteren was het ................

Eergisteren was het ............

Het is lente / voorjaar

LEZEN

We lezen 15 minuten in ons boek

Schrijf moeilijke woorden in je schrift.

-Zoek op wat het betekent.

-Vraag wat het betekent.

Doel van de les

Herhaling van werkwoorden

- Je weet dat werkwoorden een ik / jij / hij / wij - vorm hebben.

- Je weet dat werkwoorden een tegenwoordige tijd hebben.

- Je weet dat werkwoorden een verleden tijd hebben.

	tegenwoordige tijd = nu, morgen	verleden tijd = eerder, toen, 'oude tijd'
zien	ik zie hij ziet wij zien	ik zag hij zag wij zagen
roepen	ik roep hij roept wij roepen	ik riep hij riep wij riepen

Werkwoorden in tt en vt

Maak goede zinnen met het werkwoord DENKEN

Maak goede zinnen met het werkwoord GOOIEN

Maak goede zinnen met het werkwoord KOPEN

tegenwoordige tijd wordt 

verleden tijd

Paarse EBG boek

bladzijde 119

Schrijf de zin in de 

verleden tijd.

zie volgende dia.

EBG bladzijde 119

1. glijden -->

2. blijf -->

3. kijkt -->

4. krijgt -->

5. rijden -->

6. schijnt -->

7. snijdt -->

8. wrijft -->

9. verdwijnt -->

10. slijpt -->

1. glijden -->

2. blijf -->

3. kijkt -->

4. krijgt -->

5. rijden -->

6. schijnt -->

7. snijdt -->

8. wrijft -->

9. verdwijnt -->

10. slijpt -->

Oefenen

Ga in Diglin

naar REGELS

en oefen

de werkwoorden

Doel van de les

VERWIJSWOORDEN

- Je weet wanneer je deze/die en dit/dat gebruikt.

- Je kent dit schema:

	dichtbij / hier	ver weg / dáár
de-woorden	deze	die
het-woorden	dit	dat

....... hond

1. de
2. het

....... tafel

1. de
2. het

....... paard

1. de
2. het

....... raam

1. de
2. het

....... pen

1. de
2. het

Taaltrap blz. 143

Verwijswoorden

    deze 

    die

    dit

    dat

we oefenen met zinnen in de klas