groep 8 thema 6 herhaling

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

thema 6 

samengestelde werkwoorden

dan of als

bedrijvende of lijdende zin

persoonlijke voornmaamwoorden

mislopen
Oei, oei, oei! Dat...................

overgooien
Ik ....... de bal.......

overtuigen tt
Je .......... me om mee te doen.....

ondergaan
De zon ......... ...........

ondergaan
Hij ........... het geplaag .........

Als of Dan?

Vul in: Een titel is belangrijker..........een illustratie

1. als
2. dan

Vul in: Dit nieuwe boek is interessanter.........dat oude

1. dan
2. als

Vul in: Deze hoofdpersoon is mooier ...........de voorganger.

1. als
2. dan

Vul in: Een goede recensie is even veel waard......goede reclame

1. dan
2. als

Vul in: Ik hoop dat het net zo afloopt....de vorige keer.

1. als
2. dan

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?

De vrienden spelen het spelletje

PV = spelen

O = De vrienden

LV = het spelletje

- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 

- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 

Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

De foto's worden door haar gekust.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Word jij later docent aardrijkskunde?

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Ze pakt het plakboek en de lijm.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Door de tuin werd een pad aangelegd.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Hartjes worden door haar om de foto getekend.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Op school wordt er door ons hard gewerkt.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Het blaadje met jouw naam erop is door de docent weggegooid.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Ze bekijkt elke avond haar plakboek.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Maak van de bedrijvende zin een lijdende zin:
Ann snijdt een appel doormidden.

persoonlijk voornaamwoord

Welk persoonlijk voornaamwoord moet hier staan?
Jan is ............beste vriend.

1. men
2. me
3. mijn
4. zijn

Welk persoonlijk voornaamwoord moet hier staan?
....hebben samen gespeeld.

1. hun
2. zij
3. jou
4. je

Welk persoonlijk voornaamwoord moet hier staan?
Hallo, is dat ............tas?

1. jouw
2. jou

klaar