2MH - Woordsoorten (voornaamwoorden)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

werkwoord

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

Jouw

gekke

tante

is

in

de

tuin.

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

Hulpwerkwoord

bezittelijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk nw

voorzetsel

zelfstandig werkwoord

Heb

jij

het

hoesje

van

mijn 

nieuwe

telefoon

gezien?

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord

1. deze
2. die
3. dat
4. daarlangs

Bedenk een zin met een aanwijzend voornaamwoord.

03:09

Hoe noem je 'de boom' en 'het meisje' in deze zinnen?

1. Het onderwerp
2. Het antecedent
3. De verwijzing
4. Het betrekkelijk voornaamwoord

04:32

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord in de zin?

04:57

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord in de zin?

Zij stond kleren te passen die uit de kringloopwinkel kwamen.
Die?

1. aanwijzend vnw
2. vragend vnw
3. onbepaald vnw
4. betrekkelijk vnw

Welke bezwaren heb jij tegen de avondklok?
Welke?

1. aanwijzend vnw
2. vragend vnw
3. onbepaald vnw
4. betrekkelijk vnw

1. aanwijzend vnw
2. vragend vnw
3. onbepaald vnw
4. betrekkelijk vnw

1. aanwijzend vnw
2. vragend vnw
3. onbepaald vnw
4. betrekkelijk vnw

1. aanwijzend vnw
2. vragend vnw
3. onbepaald vnw
4. betrekkelijk vnw

Aan het werk in de Studiewijzer! 

Maken: reader opdrachten grammatica tot en met 10

Volgende week vrijdag 18 maart Voortgangsopdracht

Wanneer ga je hiervoor leren?