Woordsoorten (0VSEA/B)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Woordsoorten

De aardige assistente helpt ons bij de behandeling.
aardige is een ...?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

De tandartsassistent voert de behandeling snel uit.
voert is een ...?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

persoonlijk vnw

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

Zij

willen

op

jouw

fiets

De buurtwerker praat met de mensen in het buurthuis.
buurtwerker is een ...?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

werkwoord

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

De

rare

man

in

de

auto

lacht

Welke persoonlijke voornaamwoorden zie je in de volgende zin?

Ik ben gisteren samen met jou naar je sportschool geweest.

1. Ik, jou, je
2. Ik, jou
3. Jou, je
4. Ik

Wat is in deze zin het bezittelijk voornaamwoord?
Heeft Jan zijn boeken al ingeleverd?

1. Jan
2. zijn
3. al

Welke van onderstaande voorbeelden heeft een aanwijzend voornaamwoord?

1. Wij zijn
2. Die jongen
3. Ik loop
4. Zijn fiets

Wat is het voegwoord?
Karin was niet op school, omdat ze ziek was.

1. niet
2. op
3. omdat
4. was

Voegwrd: verbindt twee zinnen met elkaar

"Hij ging wandelen in het park."
Wat is het voorzetsel?

1. ging, wandelen
2. Hij
3. in
4. park