Herhaling Thema 4 Voeding en Vertering

Ik heb dit hoofdstuk goed opgelet en ben nu al goed voorbereid op het SE in januari
0100
1 / 51
suivant
Slide 1: Sondage
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ik heb dit hoofdstuk goed opgelet en ben nu al goed voorbereid op het SE in januari
0100

Slide 1 - Sondage

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Bij welke temperatuur zullen de enzymen van het menselijk lichaam het best werken?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Dirk sport intensief: hij doet aan krachttraining. Welke functie van voedingsstoffen is voor Dirk extra belangrijk?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reservestoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Bouwstof
Brandstof
Eiwitten
Water
Koolhydraten
Mineralen
Suiker

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Van welke factor kan de caloriebehoefte van een persoon afhangen?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Zet de verteringsorganen in de juiste volgorde van boven naar beneden
Mondholte
Slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Keelholte
Lever
Alvleesklier
Galblaas

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Diapositive

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?
WEL verteren
NIET verteren
vetten
Koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Voedsel kneden
Voedsel opslaan
Bacteriën doden (zuur)
Eiwitten verteren
?

Slide 32 - Diapositive

Welk orgaan moet op de plek van het vraagteken staan?
(tussen de maag en twaalfvingerige darm)

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Enkele beweringen over gal:

1) Gal bevat enzymen voor de vertering van zetmeel
2) Gal verdeelt grote vetdruppeltjes in kleinere vetdruppeltjes
3) Gal wordt gemaakt in de lever
Welke beweringen is/zijn juist?
1
2
3

Slide 35 - Question de remorquage

Slide 36 - Diapositive

Wat gebeurt er in je dunne darm?
A
Opname vocht
B
Opname voedingsstoffen
C
Opslagplaats voedsel
D
Helemaal niets

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Wanneer iemand diarree heeft is de ontlasting heel erg water.
Welk orgaan van het darmkanaal heeft dan niet goed zijn functie kunnen uitvoeren?

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Hiernaast zien we de kiezen
van een beer. Een beer heeft knobbelkiezen. Wat zegt dit over zijn dieet?
A
Een beer is een carnivoor
B
Een beer is een omnivoor
C
Een beer is een herbivoor

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Welke gebitselementen (tanden) mist een koe?

Slide 45 - Question ouverte

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 50 - Question de remorquage

                1.                   2.          3. 
Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 51 - Question de remorquage