Alfa 3 A1 TC 4.11

4.11 Vragen maken 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

4.11 Vragen maken 

Slide 1 - Diapositive

Kun je een vraag maken?
ja
nee

Slide 2 - Sondage

Welke vraagwoorden ken jij?

Slide 3 - Question ouverte

Maak een zin met een vraagwoord.

Slide 4 - Question ouverte

Je kunt vragen beginnen met een vraagwoord.  

Je kunt vragen ook beginnen meteen werkwoord.
Het werkwoord staat in een vraag op de eerste plaats.

Slide 5 - Diapositive

werkwoord       wie of wat         rest (wanneer, wat, waar)

Wil                        je                          een kopje koffie?
Gaat                     Julia                     naar de markt?
Is                           de soep               klaar?
Eet                        Paul                     's middags brood?
Vinden                 jullie                     deze les moeilijk?
Begrijp                 je                           wat ik bedoel?

Slide 6 - Diapositive

Als je een vraag maakt met je of jij? Dan schrijf je de ik-vorm.

Jij wilt een kopje koffie -  Wil je een kopje koffie?
Jij gaat naar huis             -  Ga jij naar de huis?
Jij vindt soep lekker       -   Vind jij soep lekker?

Slide 7 - Diapositive

Begint de vraag met een werkwoord?
Dan begint het antwoord altijd met ja of nee.

Koop jij groenten?         Ja, ik koop groenten.
Koop je vlees?                 Nee, ik koop vis.

Slide 8 - Diapositive

Maak een vraag met

Slide 9 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 10 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 11 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 12 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 13 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 14 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 15 - Diapositive

maak een vraag met:

Slide 16 - Diapositive

Maak een vraag bij: Ja, ik snap de opdracht.


Je laat zien wat je geleerd hebt in deze les.

Slide 17 - Question ouverte

Maak een vraag bij: Nee, ik ga naar huis.


Je laat zien wat je geleerd hebt in deze les.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe heb je deze lessonup gedaan?
Ik maak veel fouten, want ik begrijp het niet.
Het gaat al steeds beter!
Het gaat goed, ik begrijp het
Ik vind het makkelijk. Ik heb bijna alles goed.

Slide 19 - Sondage

Hard gewerkt!

Dank jullie
wel!

Slide 20 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 21 - Diapositive

Maak een vraag met:

Slide 22 - Diapositive