les 8 lezen hoofdstuk 4.3 en 4.4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we doen?

vooruitblik: Je weet wat het verschil is tussen een betoog en een beschouwing.

terugblik: objectief en subjectief

instructie betoog en tegenargumenten

instructie beschouwing 

oefenen klassikaal

Lesdoelen

1) Je weet wat het verschil is tussen een betoog en een beschouwing.

2)Je weet hoe je een tegenargumenten herkent-->  met de signaalwoorden van een tegenstelling, zoals maar en echter.

3) Je weet wat een weerlegging is

4) Je weet waar een beschouwing uit bestaat en wat het doel is van een beschouwing.

NIEUWS VAN DE DAG

0B:Guusje, Chakealy, Janine, Josefine, Bloeme, Julia, 

nieuws van de dag

- Kies 1 artikel met een bepaald tekstdoel.

- Noem je bron en of je het betrouwbaar vindt (en waarom).

- Vertel eerst de hoofdgedachte en het onderwerp.

- Vertel dan de achtergrondinformatie uit het artikel.

- Vertel jouw mening:

-  Waarom dit artikel?

-  Wat vind jij ervan?

Wat is een objectief argument?

1. een argument met een mening
2. een argument met feiten

Wat is een subjectief argument?

1. een argument met een mening
2. een argument met feiten

Wat is het tekstdoel van een betoog?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overhalen
4. Overtuigen

Wat vind je vooral in een beschouwing?

1. feiten
2. feiten en meningen
3. meningen

Aan welk signaalwoord herken je een tegenargument?

1. want
2. omdat
3. maar

Wat is een standpunt?

1. een mening
2. een feit

Verschil conclusie en samenvatting

Bij een conclusie kom je met nieuwe informatie, gebaseerd op alles wat er al is benoemd.

Een samenvatting is een herhaling van alles wat al is gezegd en bevat geen nieuwe informatie.

Tekst

Betoog

Beschouwing 

Artikel

verschillende meningen

opiniëren

overtuigen

feiten

feiten en meningen

één mening

aan het werk

Kijk online in de planning van Nu Nederlands en maak de opdrachten van hoofdstuk 4.4