Rekenondersteuning les 6

Rekenondersteuning les 6
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rekenondersteuning les 6

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Dagelijkse test
  • Herhaling van voor de vakantie
  • Breuken en decimale getallen
  • Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Dagelijkse test
Ga naar beterrekenen.nl en maak de dagelijkse test
Klaar? Maak de test van gisteren of eergisteren
timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Herhaling van voor de vakantie
3073=
5265=
183103=

Slide 4 - Diapositive

Breuken en decimale getallen
Je kunt een breuk omrekenen naar een decimaal getal. Je rekent de breuk dan om naar een breuk met 10 of 100 als noemer. Daarna schrijf je die breuk op als decimaal getal. 

Slide 5 - Diapositive

Breuken en decimale getallen
Welk decimaal getal is gelijk aan      ? 
51
Stap 1: Reken de breuk om naar tienden of honderdsten.
51
102
=
Stap 2: Schrijf de breuk op als decimaal getal.
102=0,2
51=0,2
dus

Slide 6 - Diapositive

Breuken als decimale getallen
Welk decimaal getal is gelijk aan        ?
43
Stap 1: Reken de breuk om naar tienden of hondersten. In dit geval past 4 niet in 10, dus we rekenen naar 100.
Stap 2: Schrijf de breuk op als decimaal getal.
43=10075
10075=0,75
dus
43=0,75

Slide 7 - Diapositive

Breuken als decimale getallen
Welk getal is gelijk aan      ?
53

Slide 8 - Diapositive

Breuken als decimale getallen
Je kunt een decimaal getal ook opschrijven als breuk. Een decimaal getal met één cijfer achter de komma, schrijf je op als tienden. Een decimaal getal met twee cijfers achter de komma schrijf je op als honderden. Je moet de breuk daarna zo ver mogelijk vereenvoudigen.

Slide 9 - Diapositive

Breuken als decimale getallen
Welke breuk is gelijk aan 0,8?
Stap 1: Schrijf het decimale getal op als breuk van tienden of honderdsten. 
Stap 2: Vereenvoudig de breuk.
0,8=108
0,8=108=54
dus
0,8=54

Slide 10 - Diapositive

Breuken als decimale getallen
Welke breuk is gelijk aan 2,5?
Stap 1: Splits het getal in eenheden en tienen
Stap 2: Vermenigvuldig de breuk. 
2,5=2
eenheden en 5 tienden 
=2+105
105=21
2+105=2+21=221
dus 2,5 =

Slide 11 - Diapositive

Oefenen
Maak de sommen die op het stencil staan
Schrijf de som over in je schrift, schrijf niet op het stencil!!
Zodra het stoplicht op groen staat, mag je overleggen. Eerst werken in stilte!
Klaar? Kijk de sommen na en maak de extra opdracht
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive