Lunch voorbereiden

Lunch voorbereiden
Dienstverlening hoofdstuk 8
(eten bereiden en serveren)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MBO

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Lunch voorbereiden
Dienstverlening hoofdstuk 8
(eten bereiden en serveren)

Slide 1 - Diapositive

Wat is een belangrijke regel betreft hygiëne in de keuken
A
werk met schoon keukenmateriaal
B
laat keukenmateriaal overal rond slingeren
C
hergebruik keuken materiaal zonder dit schoon te maken
D
werk met vuil keukenmateriaal

Slide 2 - Quiz

Wat moet je doen met je haar als je in de keuken werkt?
A
haren los laten hangen
B
haren vast
C
draag een pet dragen
D
draag een pruik

Slide 3 - Quiz

Hoe moet je handelen met betrekking tot de houdbaarheidsdatum van de producten?
A
De houdbaarheidsdatum negeren
B
altijd de houdbaarheidsdatum controleren
C
gekoelde producten vermijden
D
alleen de kleur van het product controleren

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er met voedsel na de THT datum?
A
Het wordt automatisch beter
B
het wordt automatisch slecht
C
het wordt automatisch goed
D
als het het nog goed uit ziet en goed ruikt dan is het veilig om te eten

Slide 5 - Quiz

Wat betekent TGT op een voedsel verpakking?
A
Totale Garantie Tijd
B
Tenminste Gaar Tot
C
Te Gebruiken Tot
D
Tenminste Goed Te eten

Slide 6 - Quiz

Welke bestek ligt er links van het bord?
A
mes
B
vork
C
theelepel
D
soeplepel

Slide 7 - Quiz

Wat moet je doen met gekoelde producten in de keuken?
A
In de vriezer plaatsen
B
Buiten de koelkast bewaren
C
In de zon laten staan
D
Altijd de houdbaarheidsdatum checken

Slide 8 - Quiz

Welke vaardigheid is belangrijk tijdens het werken in de keuken?
A
samenwerken
B
alleen werken
C
negeren van instructie
D
veel praten tijdens het werk

Slide 9 - Quiz

Waar wordt het glas geplaatst ten opzichte van het bord?
A
Rechts van het bord
B
Links van het bord
C
Onder het bord
D
Boven het bord

Slide 10 - Quiz

Wat is de eerste stap bij het afwassen van de vaat?
A
Direct beginnen met spoelen
B
De vaat eerst voorspoelen met heet water
C
Alles opstapelen in de gootsteen
D
Het afwasmiddel direct op de vaat druppelen

Slide 11 - Quiz

Wat moet je doen nadat je de vaat hebt afgespoeld?
A
Direct afdrogen
B
De vaat laten liggen in de gootsteen
C
De vaat laten drogen in het afdruiprek
D
Alles opbergen zonder te drogen

Slide 12 - Quiz

Waar gooi je gebruikte groente-en fruitresten?
A
Glasbak
B
GFT-afval
C
Plastic afval
D
Rest afval

Slide 13 - Quiz