Fysica 3 - Druk LES 3

Voor we beginnen:
  • Jassen uit!
  • GSM op de bank, je mag hem gebruiken deze les MAAR: enkel op de toegestane momenten. Op andere momenten leg je hem op de hoek van je bank.
  • Schrijfgerief en cursus op de bank.
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
FysicaSecundair onderwijs

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voor we beginnen:
  • Jassen uit!
  • GSM op de bank, je mag hem gebruiken deze les MAAR: enkel op de toegestane momenten. Op andere momenten leg je hem op de hoek van je bank.
  • Schrijfgerief en cursus op de bank.

Slide 1 - Diapositive




Fysica 3 - Druk

Slide 2 - Diapositive

Inhoud van het hoofdstuk
  • Inleiding druk
  • Atmosferische druk
  • Hydrostatische druk
  • Wet van Archimedes

Slide 3 - Diapositive

Vandaag:
Atmosferische druk

Slide 4 - Diapositive

Opfrissen en verbeteren:
oefeningen inleiding druk

Slide 5 - Diapositive

Bereken de massa boter die je moet uitsmeren op 1,00m² om een druk te verkrijgen van juist 1 Pa?
Gegeven: 

Slide 6 - Diapositive

Bereken de massa boter die je moet uitsmeren op 1,00m² om een druk te verkrijgen van juist 1 Pa?
Gegeven: A= 1,00m²       p= 1 Pa    g=9,81 N/kg


Slide 7 - Diapositive

Bereken de massa boter die je moet uitsmeren op 1,00m² om een druk te verkrijgen van juist 1 Pa?
Gegeven: A= 1,00m²       p= 1 Pa    g=9,81 N/kg
Gevraagd: m


Slide 8 - Diapositive

Bereken de massa boter die je moet uitsmeren op 1,00m² om een druk te verkrijgen van juist 1 Pa?
Gegeven: A= 1,00m²       p= 1 Pa    g=9,81 N/kg
Gevraagd: m
Oplossing:  

p=AF
F=mg

Slide 9 - Diapositive

Bereken de massa boter die je moet uitsmeren op 1,00m² om een druk te verkrijgen van juist 1 Pa?
Gegeven: A= 1,00m²       p= 1 Pa    g=9,81 N/kg
Gevraagd: m
Oplossing:  

p=AF
F=mg
m=gF
F=pA
m=gpA

Slide 10 - Diapositive

Bereken de massa boter die je moet uitsmeren op 1,00m² om een druk te verkrijgen van juist 1 Pa?
Gegeven: A= 1,00m²       p= 1 Pa    g=9,81 N/kg
Gevraagd: m
Oplossing:  

p=AF
F=mg
m=gF
F=pA
m=gpA
m=9,81kgN1Pa1,00m=0,101936792kg=0,102kg=102g

Slide 11 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: 

Slide 12 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: m(stoel)=5,60kg    m(Sofie)=53,8kg      d(stoelpoot)=2,50cm     g=9,81N/kg
Gevraagd: p

Slide 13 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: m(stoel)=5,60kg    m(Sofie)=53,8kg      d(stoelpoot)=2,50cm     g=9,81N/kg
Gevraagd: p
Oplossing: p= F/A
                       

Slide 14 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: m(stoel)=5,60kg    m(Sofie)=53,8kg      d(stoelpoot)=2,50cm     g=9,81N/kg
Gevraagd: p
Oplossing: p= F/A
                       m(totaal)=5,60kg + 53,8kg = 59,6kg
                      

Slide 15 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: m(stoel)=5,60kg    m(Sofie)=53,8kg      d(stoelpoot)=2,50cm     g=9,81N/kg
Gevraagd: p
Oplossing: p= F/A
                       m(totaal)=5,60kg + 53,8kg = 59,6kg
                       F= m . g
                       

Slide 16 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: m(stoel)=5,60kg    m(Sofie)=53,8kg      d(stoelpoot)=2,50cm     g=9,81N/kg
Gevraagd: p
Oplossing: p= F/A
                       m(totaal)=5,60kg + 53,8kg = 59,6kg
                       F= m . g
                       A= 4 . A(1 poot) = 4 . (3,14 . (1,25.10⁻²)² m²) =4 . 4,90.10⁻⁴ m = 19,6.10⁻⁴ m
                       

Slide 17 - Diapositive

Een stoel met massa 5,60kg heeft vier ronde poten. Elke poot heeft een diameter van 2,50cm. Sofie heeft een massa van 53,8kg en zit op de stoel met haar voeten niet op de grond. Hoe groot is de druk op de grond?
Gegeven: m(stoel)=5,60kg    m(Sofie)=53,8kg      d(stoelpoot)=2,50cm     g=9,81N/kg
Gevraagd: p
Oplossing: p= F/A
                       m(totaal)=5,60kg + 53,8kg = 59,6kg
                       F= m . g
                       A= 4 . A(1 poot) = 4 . (3,14 . (1,25.10⁻²)² m²) =4 . 4,90.10⁻⁴ m = 19,6.10⁻⁴ m
                       
p=19,6104m259,4kg9,81kgN=

Slide 18 - Diapositive

De druk van een schaats op het ijs is naar schatting 16MPa. Stel dat de schaatser een massa heeft van 70kg. Hoe groot is de oppervlakte van de schaatsen op het ijs.
Gegeven:

Slide 19 - Diapositive

De druk van een schaats op het ijs is naar schatting 16MPa. Stel dat de schaatser een massa heeft van 70kg. Hoe groot is de oppervlakte van de schaatsen op het ijs.
Gegeven: p = 16MPa =  16 . 10⁶ Pa       m = 70kg       g = 9,81 N/kg
Gevraagd:

Slide 20 - Diapositive

De druk van een schaats op het ijs is naar schatting 16MPa. Stel dat de schaatser een massa heeft van 70kg. Hoe groot is de oppervlakte van de schaatsen op het ijs.
Gegeven: p = 16MPa =  16 . 10⁶ Pa       m = 70kg       g = 9,81 N/kg
Gevraagd: A
Oplossing:

Slide 21 - Diapositive

De druk van een schaats op het ijs is naar schatting 16MPa. Stel dat de schaatser een massa heeft van 70kg. Hoe groot is de oppervlakte van de schaatsen op het ijs.
Gegeven: p = 16MPa =  16 . 10⁶ Pa       m = 70kg       g = 9,81 N/kg
Gevraagd: A
Oplossing:  p = F/A     A= F/p

Slide 22 - Diapositive

De druk van een schaats op het ijs is naar schatting 16MPa. Stel dat de schaatser een massa heeft van 70kg. Hoe groot is de oppervlakte van de schaatsen op het ijs.
Gegeven: p = 16MPa =  16 . 10⁶ Pa       m = 70kg       g = 9,81 N/kg
Gevraagd: A
Oplossing:  p = F/A     A= F/p
                        F = m . g     -->  A= (m.g)/p
                       

Slide 23 - Diapositive

De druk van een schaats op het ijs is naar schatting 16MPa. Stel dat de schaatser een massa heeft van 70kg. Hoe groot is de oppervlakte van de schaatsen op het ijs.
Gegeven: p = 16MPa =  16 . 10⁶ Pa       m = 70kg       g = 9,81 N/kg
Gevraagd: A
Oplossing:  p = F/A     A= F/p
                        F = m . g     -->  A= (m.g)/p
                       
A=16106Pa70kg9,81kgN=43106m2=43mm2

Slide 24 - Diapositive


Atmosferische druk

Slide 25 - Diapositive

Ander woord voor atmosferische druk?

Slide 26 - Question ouverte

Luchtdruk = lucht drukt op ons
Maar waarom?

Slide 27 - Diapositive

Atmosfeer

Slide 28 - Diapositive

Atmosfeer
  • 78% stikstof, 21% zuurstof

Slide 29 - Diapositive

Atmosfeer
  • 78% stikstof, 21% zuurstof
  • 5 lagen

Slide 30 - Diapositive

Atmosfeer
  • 78% stikstof, 21% zuurstof
  • 5 lagen
  • lucht = gas MET massa!
  • Rond aarde dus zwaartekracht werkt in op luchtlagen.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Is er enkel luchtdruk van boven naar beneden
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Luchtdruk is er in alle richtingen.

Slide 34 - Diapositive

Deeltjes bewegen --> botsingen
botsingen brengen kracht met zich mee --> kracht op een oppervlak = druk

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

10 000 kg

Slide 37 - Diapositive

Tijd voor een proefje
! enkel vrijwillig !

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Hoogte heeft een invloed op de luchtdruk.

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Even nadenken: Om de standaarddruk te gebruiken is de temperatuur belangrijk. Welke invloed heeft de temperatuur op de luchtdruk? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de temperatuur toeneemt?

Slide 45 - Diapositive

Hogere temperatuur = meer bewegingssnelheid van de deeltjes = stijging in druk

Slide 46 - Diapositive