Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1 woord > 2 (of meerdere) betekenissen
1 woord => meerdere betekenissen
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1 woord => meerdere betekenissen
Slide 1 - Diapositive
Hetzelfde woord, maar een andere betekenis. Zulke woorden kunnen nog wel eens voor verwarring en grappige situaties zorgen.
Ken jij er een?
Noem het woord én de betekenissen
Voorbeeld:
Kussen = om op te slapen en zoenen
Slide 2 - Diapositive
dubbelzinnig woord
Slide 3 - Carte mentale
?
Wat is hier de dubbelzinnigheid?
Slide 4 - Diapositive
Herkennen en benoemen
Probeer van de volgende woorden en/of abeeldingen te benoemen welke betekenissen erbij horen.
Slide 5 - Diapositive
Welk woord past in de zin?
Het geld dat ik in de vakantie verdiend heb, heb ik vandaag op mijn bankrekening gestort.
______
A
gedumpt
B
gezet
Slide 6 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Erik heeft een gemene streek uitgehaald; zijn zusje is erg geschrokken.
______
A
gebied
B
daad waarover je boos bent
Slide 7 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
De getuige kon bevestigen dat hij de verdachte die avond had gezien.
_________
A
zeggen dat het klopt
B
vastmaken
Slide 8 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
Hij wilde het huurcontract opzeggen, omdat hij het geld niet meer kon opbrengen.
_________
A
einde maken aan een afspraak
B
iets uit je hoofd opzeggen
Slide 9 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
Wij zijn geschrokken van de uitspraak van de rechter, die was zwaarder dan verwacht.
_________
A
manier van spreken
B
oordeel van een rechtbank
Slide 10 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
Ruim vijftig deelnemers deden mee aan de minitriatlon.
______
A
met voldoende inhoud
B
meer dan
Slide 11 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
Erik heeft een gemene streek uitgehaald; zijn zusje is erg geschrokken.
______
A
gebied
B
daad waarover je boos bent
Slide 12 - Quiz
Welk woord past hier bij?
zitmeubel - geldinstelling
Slide 13 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
een examen niet halen - vallen, dalen
Slide 14 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
beker - hoofd
Slide 15 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
zojuist - keurig
Slide 16 - Question ouverte
Wel of geen woord met meerdere betekenissen?
timer
0:30
WEL
NIET
foto
haring
koper
spier
Slide 17 - Question de remorquage
timer
0:45
Slide 18 - Question de remorquage
timer
0:45
Slide 19 - Question de remorquage
timer
0:45
Slide 20 - Question de remorquage
Woordgrappen door dubbelzinnigheid van woorden
Voorbeelden:
Slide 21 - Diapositive
Heb jij nog een leuke woordgrap?
Typ hem hieronder
Heb je er geen? Zoek er een op Google en typ hem dan hieronder
Slide 22 - Question ouverte
Goed gewerkt:
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Homoniemen
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat - Woorden met meerdere betekenissen
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat - Woorden met meerdere betekenissen
Mai 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat H4
Mai 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat - Woorden met meerdere betekenissen
Décembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Homoniemen
Mai 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Homoniemen
Février 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Woordenschat - Woorden met meerdere betekenissen
Février 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3