H2.4_Brutoloon en nettoloon

H2: Werk en inkomen


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2: Werk en inkomen


Slide 1 - Diapositive

H2: Werk en inkomen


Wat gaan we vandaag doen?
Paragraaf 2.4: Brutoloon en nettoloon

  • Terugblik
  • Lesdoelen par. 2.3;
  • Uitleg-instructie
  • Bespreken het huiswerk / Huiswerk volgende les;
  • Samenvatting/reflectie.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen Paragraaf 2.4: 

Aan het einde van de les ....
  • Kunnen jullie de begrippen brutoloon en nettoloon uitleggen;
  • Weten jullie welke bedragen op je loon worden ingehouden en waar het voor wordt gebruikt.

Slide 3 - Diapositive

Uitleg

Slide 4 - Diapositive

Nettoloon

  • Het loon dat je ontvangt op je betaalrekening
  • Nettoloon = brutoloon - inhoudingen
  • Brutoloon = nettoloon + inhoudingen
  • Inhoudingen = brutoloon - nettoloon

Slide 5 - Diapositive

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Slide 6 - Diapositive

Klassikaal lezen
Premies pensioenfonds
Premies werknemersverzekeringen
Inkomensafhankelijke bijdrage ZVW

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld loonstrook
  • Wat is het brutoloon?
  • Wat is het nettoloon?


Slide 9 - Diapositive

Progressief belastingtarief
Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt.



Slide 10 - Diapositive

Opdracht 18:

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk 


Huiswerk volgende les:
Maken opdrachten par 2.4
18, 19 en 20

Extra oefenmateriaal:
Oefentoets op It's Learning  


Slide 12 - Diapositive

Stiltekwartier
timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Les 2: Brutoloon-nettoloon
Terugblik
Samenvatting
Huiswerk bespreken / maken

Slide 14 - Diapositive

Oefenen...
Ik heb een contract in schaal LB, trede 9
Mijn contract is 0,77 fte
Hoeveel verdien ik bruto ?

Slide 15 - Diapositive

Nettoloon =
A
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
B
brutoloon - loonbelasting
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon

Slide 16 - Quiz

4. Het brutoloon krijg je uitbetaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Brutoloon is lager dan nettoloon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Van je brutoloon worden je verzekeringspremies betaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 20 - Quiz

Bereken het nettoloon:
Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950

Slide 21 - Quiz

Van je brutoloon betaalt je werkgever loonbelasting en
A
sociale premies
B
winstbelasting
C
vermogenbelasting
D
btw

Slide 22 - Quiz

I: Brutoloon is het geld wat je uiteindelijk krijgt.

II: Nettoloon is het geld waar alle sociale premies en belasting af zijn gehaald.
A
Beide zijn juist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
Beide zijn onjuist

Slide 23 - Quiz

Wat verstaan we onder het brutoloon?
A
Geld dat je voor je werk ontvangt vóór aftrek van loonbelasting en premies sociale verzekeringen
B
Geld dat je voor je werk ontvangt na aftrek van loonbelasting en premies sociale verzekeringen
C
Geld dat je voor je werk ontvangt vóór aftrek van loonbelasting en na aftrek en premies sociale verzekeringen
D
Geld dat je voor je werk ontvangt na aftrek van loonbelasting en vóór aftrek premies sociale verzekeringen

Slide 24 - Quiz



Samenvatting

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk maken / bespreken


Huiswerk volgende les:
Maken opdracht 21 en 22 par 2.4

Ben je klaar:
Verzin zelf 3 proefwerkvragen
m.b.t. H2


Slide 26 - Diapositive