Dag 2

Thema 15:  Internet en sociale media (roze)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 15:  Internet en sociale media (roze)

Slide 1 - Diapositive

DAG 2
bezig
binnenkomen
dezelfde
doen
doorgaan
eindelijk

Slide 2 - Diapositive

bezig
  • Wanneer je iets aan het doen bent. 

  • zin: Ik kan nu niet helpen, ik ben bezig.
  • zin: Je hebt je werk af. Je bent goed bezig
7

Slide 3 - Diapositive

binnenkomen (ww)
  • In een ruimte komen.
  • scheidbaar werkwoord
  • onregelmatig ww - sterk ww

  • TT - ik kom binnen -
    jij komt binnen - wij komen binnen

  • zin: De leerlingen komen om
    8:30 uur naar binnen
8

Slide 4 - Diapositive

binnenkomen (ww)
8

Slide 5 - Diapositive

dezelfde
  • iets wat hetzelfde is
  • gelijk is aan iets anders
  • je gebruikt het bij de-woorden

  • zin: Alle instroomklassen (2) hebben dezelfde woordenschat.
  • zin: Heb jij dezelfde apen gevonden?
9

Slide 6 - Diapositive

doen (ww)
  • uitvoeren
  • In actie komen
  • onregelmatig ww - sterk ww

  • TT - ik doe - jij doet - wij doen

  • zin: Wij gaan iets leuks doen. We gaan in de achtbaan. 
10

Slide 7 - Diapositive

doen (ww)
10

Slide 8 - Diapositive

doorgaan (ww)
  • iets blijven doen
  • niet stoppen
  • scheidbaar werkwoord
  • onregelmatig ww - sterk ww

  • TT - ik ga door - jij gaat door -
    wij gaan door
  • zin: Ik ga door tot dat mijn werk af is. 
11

Slide 9 - Diapositive

eindelijk
  • na een lange tijd
  • na lang wachten

  • zin: Eindelijk heb ik het interview met IND. 
12

Slide 10 - Diapositive

7
Wie is er druk bezig?

Slide 11 - Question de remorquage

Maak een goede zin met:
- jij
- binnenkomen
8

Slide 12 - Question ouverte

9
Welke aap is 'dezelfde'? (twee keer)

Slide 13 - Question de remorquage

1. - Je ....... veel vandaag.
2. - We ....... vandaag helemaal niets!
3. - ......... jij nu iets.
10
A
1. - doet 2. - doen 3. - Doe
B
1. - doet 2. - doet 3. - Doet
C
1. - doet 2. - doen 3. - Doen
D
1. - doen 2. - doen 3. - Doe

Slide 14 - Quiz

Maak een goed zin met:
- doorgaan
- ik
11

Slide 15 - Question ouverte


1. - We moeten nog een uur langer ...............
2. - Hij is hard ........ met zijn huiswerk.
3. - Wij kunnen ......... naar huis.

12/11/7

Slide 16 - Question ouverte