Herhaling Gezondheid

Herhaling H9
Gezondheid
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H9
Gezondheid

Slide 1 - Diapositive

Welke twee hormonen zijn verantwoordelijk voor de regeling van de hoeveelheid glucose in het bloed?
A
Insuline en glucagon
B
Glucagon en glycogeen
C
Glycogeen en insuline
D
Glycagon en glucogeen

Slide 2 - Quiz

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 3 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 4 - Quiz

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 5 - Quiz

Als het glucosegehalte te laag wordt, gebruikt ons lichaam een reserve stof. hoe heet deze stof?
A
Glucose
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 6 - Quiz

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 7 - Question de remorquage

De Nieren
Maken: Urine

Bestaan uit: 
- Nierschors >> filteren
- Niermerg >> filteren
- Nierbekken >> verzamelen

Slide 8 - Diapositive

De nier filtert onder andere ureum uit het bloed. Zet de onderdelen die een ureummolecuul passeert in de goede volgorde.
Nierslagader
Niermerg + nierschors
Nierbekken
Blaas

Slide 9 - Question de remorquage

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Bijnier
Urinebuis
Blaas
Urineleider
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader
Nierschors

Slide 10 - Question de remorquage

Bij welke afhankelijkheid krijg je ontwenningsverschijnselen?
A
Lichamelijk afhankelijk
B
Geestelijk afhankelijk

Slide 11 - Quiz

Je lichaam maakt energie met de verbranding in cellen. Wat is verbranding?
A
zuurstof + koolstofdioxide --> energie + glucose
B
glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water
C
water + glucose --> energie + zuurstof + koolstofdioxide

Slide 12 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt voor glucose in je bloed?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 13 - Quiz

Leg uit hoe je lichaam opwarmt en afkoelt

Slide 14 - Question ouverte

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
1.
2.
3.
4.
5.
Wond
Bloedvatvernauwing
Vorming fibrinedraden
Bloedplaatjes knappenopen
Propvorming

Slide 15 - Question de remorquage

Welke laag van de huid bevat alle spieren, talgklieren, bloedvaten, zweetklieren en zintuigcellen?
A
Kiemlaag
B
Hoornlaag
C
Opperlaag
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 16 - Quiz

Welke van de onderstaande micro-organismen zijn ziekteverwekkers?
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Schimmels
D
Alle bovenstaande

Slide 17 - Quiz

Wat is de incubatietijd?

Slide 18 - Question ouverte

Biologische term
Specifiek
Hoe vaak werkzaam
Lymphocyt
Antistofcel
Fagocyt
Vreetcel
1 keer
Meerdere keren
Niet specifiek
Wel specifiek

Slide 19 - Question de remorquage

Hoe genees je?
- Antistofcellen, cellen die ziekteverwekkers opruimen, maken antistoffen


- Ziekteverwekkers hebben antigenen, de antistoffen die je lichaam maakt passen hier op

- Antigenen van een ziekteverwekker zijn lichaamsvreemd


- Elke ziekteverwekker heeft andere antigenen

Slide 20 - Diapositive

Hoe genees je?
Op het moment dat je ziek bent geweest heeft je lichaam geheugencellen gemaakt
Deze cellen zorgen ervoor dat de volgende keer dat je in aanraking komt met die ziekteverwekker, de antistoffen sneller gemaakt kunnen worden.

Slide 21 - Diapositive

Ieder jaar is er sprake van een 'griepseizoen'. Dat komt omdat het griepvirus ieder jaar een beetje anders is. Hoe kan het dat je ieder jaar kans hebt opnieuw ziek te worden van het griepvirus?
Gebruik 'antistoffen' en 'antigenen' in je antwoord.

Slide 22 - Question ouverte

Welk onderdeel van het bloed is verantwoordelijk voor de afweer?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
witte bloedcellen

Slide 23 - Quiz

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken
Fibrinogeen

Slide 24 - Question de remorquage

Wat gebeurt er als je ingeënt wordt?
Op het moment dat je ziek bent geweest ben je daarna (over het algemeen) immuun tegen die ziekteverwekker. Je wordt geen tweede keer ziek. 
Inenten kan op twee manieren: 
- Actief: het lichaam krijgt de kans zelf antistoffen te maken
- Passief: het lichaam krijgt antistoffen ingespoten

Slide 25 - Diapositive

Actieve immunisatie
Passieve immunisatie
Besmetten met een ziekteverwekker


Een vaccin is een verzwakte vorm van de ziekteverwekker, je wordt niet ziek maar maakt wel antistoffen aan
Als je al gebeten bent is het te laat om te vaccineren, dan krijg je een seruminjectie: een prik met antistoffen tegen de ziekteverwekker.

Slide 26 - Question de remorquage

Neem de tabel over en vul aan
Bloedgroep
Stof in membraan
Antistof in plasma
A
A
B
A
AB
O
anti A + anti B

Slide 27 - Diapositive