5.1 De verovering van Engeland

De verovering van Engeland
Par 5.1
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

De verovering van Engeland
Par 5.1

Slide 1 - Diapositive

Kenmerkend aspect
Het  begin van staatsvorming en centralisatie 

Slide 2 - Diapositive

Welke kenmerken passen bij de de tijd van monniken en ridders?
A
Handel over lange afstand
B
Autarkische samenleving
C
Centraal bestuur
D
Hofstelsel

Slide 3 - Quiz

Steden
  • Vanaf 1000: landvernieuwingen (drieslagstelsel)
  • Gevolg: voedseloverschot
  • Gevolg: bevolkingsgroei & producten om te verkopen
  • Gevolg: terugkeer handel
  • Gevolg: groei steden
Drieslagstelsel: land wordt verdeelt in drie delen: één met wintergraan, één met zomergraan, één stuk ligt braak.

Slide 4 - Diapositive

Oorzaak gevolg:
Maak de juiste combinatie tussen oorzaak en gevolg
A
O: Groei steden G: Meer mensen
B
O: Meer eten G: Meer handel
C
O: Meer mensen G: Groei steden
D
O: Meer handel G: Meer eten

Slide 5 - Quiz

Engeland
  • 1066: Engelse koning sterft
  • Hertog Willem uit Normandië zegt recht te hebben op kroon
  • Echter: Engelse graaf Harold wordt nieuwe koning...
  • Gevolg: Willem gaat naar Engeland om koning te worden
  • Slag bij Hastings (1066): Willem de Veroveraar verslaat Harold

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat waren gevolgen van het feodale stelsel?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
Niemand wist meer wie de leenheer was

Slide 8 - Quiz

Feodaal Engeland
  • Willem de Veroveraar voert feodale stelsel in Engeland in
  • Maatregelen om machtig te blijven:
  • - Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
  • - Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
  • - Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)
  • Gevolg: duidelijk wie de macht heeft 
Feodale stelsel: leenmannen besturen leen in naam van leenheer, in ruil voor loyaliteit

Slide 9 - Diapositive

Centralisatie
  • Engelse koning centraliseert land 
  • Voorbeeld: centrale rekenkamer
  • Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht
  • Voorbeeld: Jan Zonder Land:
  • Ruzie met kerk: excommunicatie
  • Ruzie met adel: Magna Carta (1215)
Centralisatie: 
1. Koning bestuurt land vanuit één plek
2. Wetten zijn hetzelfde voor het gehele land

Slide 10 - Diapositive