Nederlands 2F - grammatica - zinsdelen en woordsoorten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Woordsoort

De kinderen lopen NAAR school.

1. voorzetsel
2. werkwoord
3. lidwoord
4. zelfstandig naamwoord

De erg kleine voetballer liep hard.

Wat zijn bijwoorden?

1. erg kleine
2. erg kleine, hard
3. erg, hard
4. erg

Welke woordsoort ontbreekt?

De koeien _____ weer naar buiten.

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Welke woordsoort ontbreekt?

De paarden grazen ___ de wei.

1. bijvoeglijk naamwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Hoe noem je de deze woordsoorten?

in, sinds, vanwege, door

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. bijwoorden
4. aanwijzende voornaamwoorden

Welke woordsoort ontbreekt?

Janneke heeft een mooie ____ aan.

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

bijwoord

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

werkwoord

Een

dikke

man

loopt

snel

de

straat

uit

Woordsoort:
DE resultaten van de toets waren niet erg hoog.

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. lidwoord

Woordsoort:

De jongen fietst naar SCHOOL

1. zelfstandig naamwoord
2. lidwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Wat is het bijwoord?

Dat is een bijzonder grappig filmpje!

1. bijzonder
2. een
3. dat
4. grappig

Woordsoort:
Deze MOEILIJKE toets had veel vragen.

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. lidwoord

Benoem de zinsdelen

Persoonsvorm

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Mijn laptop

is

kapot. 

Deze zin heeft drie zinsdelen.

Klopt dat?

1. nee
2. ja

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.

Zin:

onderwerp

werkwoordelijk

gezegde

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Overig

Persoonsvorm

Ze

feliciteerde

hem

in de woonkamer. 

Jorrit

wil

morgen

een appeltaart

bakken.

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

lijdend voorwerp