GS GM4 6.5: Herhaling

Geschiedenis - Gemengd/Mavo 4
Herhaling
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis - Gemengd/Mavo 4
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet wat er welke nieuwe landen ontstonden door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.
  • Je weet waarom nieuwe problemen ontstonden door de van de SU.
  • Je weet welke rol de VS op zich nam na 1989.
  • Je weet wat terroristen zijn en waarom islamitische terroristen aanslagen pleegden op onder andere de VS.
  • Je weet hoe het bestuur van de Europese Unie is georganiseerd.
  • Je weet hoe Europese burgers invloed uitoefenen op het bestuur.
  • Je weet hoe het verliep met de economie en de verzorgingsstaat in Nederland na 1980.
  • Je weet hoe NL een multiculturele samenleving werd en gevolgen voor ‘de NLse’ identiteit.
  • Je weet hoe de NLse politiek veranderde door poldermodel, populisme en globalisering.

Slide 2 - Diapositive

Oostblok
Westblok
NAVO
Warschaupact
Kapitalisme
Communisme
Democratie
Dictatuur
Vrije markt economie
Planeconomie

Slide 3 - Question de remorquage

Oostblok
Westblok
NAVO
Warschaupact
Kapitalisme
Communisme
Democratie
Dictatuur
Startte Blokkade Berlijn
Startte de Luchtbrug

Slide 4 - Question de remorquage

EGKS
EEG
Vetorecht
Wereldwijd
Europees
Unicef
Bevordering handel
Wereldvrede
Veiligheidsraad
Parlement

Slide 5 - Question de remorquage

Van welk jaar
is deze kaart?
A
1913
B
1919
C
1980
D
2000

Slide 6 - Quiz

Van welk jaar
is deze kaart?
A
1913
B
1919
C
1980
D
2000

Slide 7 - Quiz

Van welk jaar
is deze kaart?
A
1913
B
1919
C
1980
D
2000

Slide 8 - Quiz

Van welk jaar
is deze kaart?
A
1913
B
1919
C
1980
D
2000

Slide 9 - Quiz

Vanuit wat was het Nederlandse leger in Srebrenica?
A
Vanuit de VN
B
Vanuit de NAVO
C
Vanuit de EU
D
Vanuit de EGKS

Slide 10 - Quiz

Waarom greep het NLse leger niet in toen Mladic met het Servische leger de Bosnische moslims mee nam?
A
Zij dachten dat Mladic bij de Bosniërs hoorde
B
Zij mochten nauwelijks geweld gebruiken
C
Zij mochten zich alleen verdedigen
D
Zij dachten dat er niks zou gebeuren

Slide 11 - Quiz

Door de val van de muur
Joegoslavische burgeroorlog
Hereniging Duitsland
Kroatië
Oekraïne
Slowakije
Kosovo
Bosnië Herzegovina
Wit-Rusland
Estland
Servië
Litouwen

Slide 12 - Question de remorquage

Wat was de directe oorzaak van de oorlog tegen terrorisme?
A
Inval Afghanistan
B
Wegvallen SU als supermacht
C
Aanslagen 11 september 2001
D
VS wordt politieagent van de wereld

Slide 13 - Quiz

Welke gebouwen werden getroffen tijdens de aanslagen van 11 september 2001?
A
Het witte huis
B
World Trade Center
C
Pentagon
D
Empire State Building

Slide 14 - Quiz

Welke organisatie zat achter de aanslagen van 11 september 2001?
A
Taliban
B
Al Qaida
C
IS of ISIS
D
Bin Laden

Slide 15 - Quiz

Welke landen werden binnengevallen door de VS?
A
Afghanistan
B
Iran
C
Israël
D
Irak

Slide 16 - Quiz

Welke organisatie steunde de inval van de VS in Afghanistan?
A
EU
B
NAVO
C
VN
D
EGKS

Slide 17 - Quiz

Zet de Europese Samenwerkingen in de goede volgorde.
A
EU, EEG, EGKS
B
EGKS, EU, EEG
C
EEG, EGKS, EU
D
EGKS, EEG, EU

Slide 18 - Quiz

Ieder EU-land heeft ook de Euro.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Heeft 751 leden.
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 20 - Quiz

Mag wetsvoorstellen doen.
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 21 - Quiz

Mag wetsvoorstellen goed- of afkeuren.
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 22 - Quiz

Is een andere groep mensen afhankelijk van het onderwerp.
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 23 - Quiz

Wordt gekozen door de bevolking van de Europese Unie.
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 24 - Quiz

Bestaat uit 28 leden.
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 25 - Quiz

Controleert de Europese Commissie
A
Europese Unie
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Raad van Ministers

Slide 26 - Quiz

Wat is niet waar?
A
EU-wetten gaan boven die van een lidstaat.
B
EU-wetten gelden soms maar voor één land.
C
EU-wetten gelden voor alle lidstaten.
D
EU-wetten worden door twee groepen gekeurd.

Slide 27 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak van de kritiek op de verzorgingsstaat?
A
Individualisering
B
Ontzuiling
C
Poldermodel
D
Secularisatie

Slide 28 - Quiz

In het harmoniemodel werkte drie groepen samen, net als bij het poldermodel. Welke hoort er NIET bij?
A
Vakbonden
B
Koninklijke familie
C
Overheid
D
Werkgevers

Slide 29 - Quiz

Wat was de oplossing van het poldermodel om de economie te verbeteren?
A
Lonen tijdelijk niet meer laten stijgen
B
Lonen tijdelijk meer laten stijgen
C
Meer werk naar het buitenland verplaatsen
D
Gastarbeiders halen voor werk in Nederland

Slide 30 - Quiz

Waarom was de multiculturele samenleving volgens sommigen mislukt?
A
Er waren te veel culturen in Nederland
B
Nederland was te vol
C
Culturen leefden in zuilen langs elkaar
D
Allochtonen werden gediscrimineerd

Slide 31 - Quiz

Wat was een oorzaak voor de opkomst van het populisme?
A
Discriminatie door Nederlanders
B
De bevolking kreeg een andere mening
C
Politici ontkenden sommige problemen
D
Negatief beeld over allochtonen

Slide 32 - Quiz

Wat waren twee kenmerken van Pim Fortuyn (en Leefbaar Nederland)?
A
Hij vond dat Nederland vol was
B
Hij zei op te komen voor het 'gewone' volk
C
Hij vond dat NL-ers zich aan moesten passen
D
Hij liet zich negatief uit over de Islam

Slide 33 - Quiz

Wat was GEEN oorzaak voor de twijfels over de Nederlandse identiteit?
A
Populisme
B
Globalisering
C
Multiculturele Samenleving
D
Internet

Slide 34 - Quiz

Wat vond je van deze les? Heb je nog tips?

Slide 35 - Question ouverte