Les 2 Spreekvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 2 Spreekvaardigheid

Lesdoelen

- Je weet wat de toetsopdracht voor spreekvaardigheid inhoudt.

- Je kiest een BN-er.

- Je weet wat de documentatiemap inhoudt.

- Je weet welke soorten interviews er zijn.

- Je weet uit welke delen een interview bestaat.

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Lezen in je leesboek (15 min)

- Uitleg soorten interview en delen interview (10 min) 

- Uitleg toetsopdracht en documentatiemap (10 min)

- Zelfstandig werken: spreekvaardigheid

Lezen in je leesboek

Wat is een interview?

Drie soorten interviews

1. Het gestandaardiseerde interview

Ook wel enquête genoemd. In dit geval liggen de vragen en de antwoorden van tevoren vast; de geïnterviewde kan uit een beperkt aantal antwoorden kiezen. Het voordeel van zo’n interview is dat de resultaten snel te verwerken zijn.

Drie soorten interviews

2. Het half-gestandaardiseerde interview. 

Hierbij heb je vooraf de onderwerpen op papier gezet die je wilt bespreken. Je gesprekspartner kan in zijn eigen woorden zijn antwoorden formuleren, maar kan niet het gespreksonderwerp bepalen. De summatieve toets spreekvaardigheid is een half-gestandaardiseerd interview.   

Drie soorten interviews

3. Het open interview. 

Bij een open vraaggesprek stel je alleen het onderwerp en de beginvraag van tevoren vast. Je kunt wel een aantal deelonderwerpen noteren die je zeker aan bod wilt laten komen. Nadat jij de eerste vraag hebt gesteld, kan jouw gesprekspartner ook onderwerpen aandragen. Aan jou als de interviewer de taak om het persoonlijk gesprek in een interessante richting te sturen. Vaak zie je dit soort interviews bij praatprogramma’s

Een interview bestaat uit drie delen

1. Opening

2. Middengedeelte

3. Afronding

De opening

Je begint het gesprek met het uitleggen van het doel: wat je hoopt te weten te komen. 

Vervolgens stel je de gesprekstijd vast en in het geval van een meer ‘open’ gesprek, bepaal je de thema’s die aan de orde komen. 

Je begint het interview met een open vraag: een vraag die je niet kan beantwoorden met ja of nee. 

Middengedeelte

Met name bij open interviews zul je nu je hoofd er goed bij moeten houden; dit is voor je gesprekspartner hét moment om zijn verhaal te vertellen en als interviewer moet je zorgen dat hij niet teveel afwijkt van het centrale gespreksonderwerp. Wanneer de gegeven informatie niet helder is of juist heel interessant is, moet je doorvragen. 

Afronding

Wanneer je het gevoel hebt dat je voldoende bruikbare informatie hebt vergaard over een onderwerp, stel je voor het vraaggesprek op dit punt af te ronden. 

Je maakt een samenvatting van de belangrijkste punten. 

Je checkt of de geïnterviewde nog iets belangrijks wil toevoegen. 

Toetsopdracht

- Je bent interviewer én geïnterviewde.

- Als geïnterviewde ben je een BN'er.

- Je legt een documentatiemap die je moet inleveren voor de toets, met daarin minstens vier bronnen over jouw BN'er en de vragen en antwoorden van je interview.

Aan de slag

- Kies jouw BN'er uit de lijst in Teams (elke BN'er kan maar één keer gekozen worden)

- Kom aan mij vertellen wie je kiest. 

- Ga op zoek naar goede bronnen over jouw BN'er en ga je inlezen.

- Sla jouw bronnen op in een Word-bestand: Jouw documentatiemap

Afsluiting