Didactisch handelen - toetsing

• Onderwijskunde
• HBO
• Studiejaar 1

De wetenschappelijke basis voor didactisch coachen stelt dat de verwachtingen en vooroordelen die wij over onze studenten hebben, het resultaat zal beïnvloedden.
Welke stelling is juist?

1. Veel feedback geven en weinig aanwijzingen geven zijn kenmerken van begeleiding met lage verwachtingen
2. Een student waarvan je veel verwacht zal in theorie minder goed scoren door de druk die jij hem op legt.
3. Met weinig feedback en veel aanwijzingen zal de student een laag leerresultaat laten zien.

Wat is het belangrijkste uitgangspunt bij het kiezen van een werkvorm?

Is de volgende stelling waar of niet waar?
Wanneer de docent het volgende leerdoel heeft: ‘de student kan 3 impressionistische kunstschilders benoemen en legt uit waarom zij tot het impressionisme horen’.
dan zijn reproductieve vragen in een formatieve toets eventueel geschikte vragen.

1. Waar
2. Niet Waar

Leg het verschil uit tussen formatief en summatief toetsen

Bij welke hoofdcategorie van de taxonomie van Bloom hoort de volgende toetsvraag?
In de sportmarketing onderscheiden we marketing van sport en marketing via sport. Geef van beide vormen van sportmarketing een voorbeeld.

1. Kennis
2. Begrip
3. Toepassing

Hoe kun je formatief handelen vormgeven?

Fase 1 verwachtingen verhelderen
Fase 2: leerlingreacties ontlokken en verzamelen
Fase 4: communiceren met leerlingen over resultaten

Wil je de cursus evalueren? Zie link in de chat