8.2 De werking van het oog

Thema 8 Waarneming
In de les: 
  • §8.2 De werking van het oog



Huiswerk: 
Opdracht 19, 24, 25, 27 en 28 van §3.2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Thema 8 Waarneming
In de les: 
  • §8.2 De werking van het oog



Huiswerk: 
Opdracht 19, 24, 25, 27 en 28 van §3.2

Slide 1 - Diapositive

§8.2 De werking van het oog
  • Je kunt de beeldvorming door de ooglenzen uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
  • Je kunt de bouw en werking van het netvlies uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe je diepte kunt zien.

lenswerking, positieve lenzen, negatieve lenzen, convergeren, accommodatie, lensbandjes, straalvormig lichaam, bijziend, verziend, pupilreflex, kringspier, straalsgewijs lopende spieren 

Slide 2 - Diapositive

Beeldvorming op het netvlies

Slide 3 - Diapositive

Pupilreflex

Slide 4 - Diapositive

Accommoderen 
Beeld moet op netvlies vallen.

PLATTE / NEGATIEVE LENS
weinig convergerend
→ lichtstralen naar elkaar toe

BOLLE / POSITIEVE LENS
veel convergerend
beeld veraf
beeld dichtbij

Slide 5 - Diapositive

Accomoderen

Slide 6 - Diapositive

Wat als de lens niet goed kan accommoderen?

Slide 7 - Diapositive

Lens - verziend
 Je hebt een bolle lens/ + brillenglas nodig.
Verziend: beeld scherp áchter je netvlies.
Je kunt dichtbij niet scherp zien, je lens is niet bol genoeg/ je oog is te kort.

Slide 8 - Diapositive

Lens - bijziend
 Je hebt een holle lens/ - brillenglas nodig.
Bijziend: beeld scherp vóó'r je netvlies.
Je kunt veraf niet scherp zien, je lens is niet plat genoeg/ je oog is te lang.

Slide 9 - Diapositive

Lens - oudziend
Oudziend: de lens is niet flexibel genoeg meer en wordt niet bol genoeg meer om goed dichtbij de zien. 
Iemand die bijziend is kan dus op latere leeftijd tóch een leesbril nodig hebben.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 19 en 24 van §3.2

Slide 11 - Diapositive

§8.2 De werking van het oog
  • Je kunt de beeldvorming door de ooglenzen uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
  • Je kunt de bouw en werking van het netvlies uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe je diepte kunt zien.

lichtreceptoren, kegeltjes, staafjes, optisch chiasma, stereoscopie

Slide 12 - Diapositive

Netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.


Slide 13 - Diapositive

Staafjes                            Kegeltjes
Lichtgevoeligheid hoog

Zwart/ wit

Meerdere staafjes per zenuwcel (wazig beeld)

Buiten gele vlek

Geven neurotransmitter af als er GEEN licht op valt

Lichtgevoeligheid laag

Kleuren (groen, blauw, rood)

Eén zenuwcel per kegeltje (scherp beeld)

Vooral in gele vlek

Geven neurotransmitter af als er licht op valt


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Kleuren-
blindheid

Slide 17 - Diapositive

Diepte zien
In het chiasma opticum kruisen
de oogzenuwen elkaar
gedeeltelijk. Hierdoor vallen de
beelden van het rechterdeel van
het gezichtsveld van beide ogen
samen aan de linkerkant
van je brein (en andersom).

Slide 18 - Diapositive

Diepte zien

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Aan de slag
Opdracht 25, 27 en 28 van §3.2

Slide 21 - Diapositive

Myopie
Bij veel dichtbij kijken wordt de oogbol steeds langwerpiger 

Hierdoor kan zo veel spanning op de oogbol ontstaan dat het netvlies scheurt waardoor de zintuigcellen afsterven en iemand slechtziend wordt

Slide 22 - Diapositive

§8.2 De werking van het oog
  • Je kunt de beeldvorming door de ooglenzen uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
  • Je kunt de bouw en werking van het netvlies uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe je diepte kunt zien.

lichtreceptoren, kegeltjes, staafjes, optisch chiasma, stereoscopie

Slide 23 - Diapositive

Thema 8 Waarneming
In de les: 
  • §8.2 De werking van het oog



Huiswerk: 
Opdracht 19, 24, 25, 27 en 28 van §3.2

Slide 24 - Diapositive