Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
1: werkwoordelijk gezegde
2: onderwerp
3: lijdend voorwerp
4: meewerkend voorwerp
Je vindt het meewerkend voorwerp in een zin door te vragen:
aan WIE + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp of
voor WIE + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
Let op: WIE
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.