BS 5 Klimaatveranderingen

BS 5 Klimaatveranderingen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BS 5 Klimaatveranderingen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 5 - Quiz

Welke energiebronnen is geen fossiele energiebronnen?
A
aardolie
B
hout
C
steenkool
D
aardgas

Slide 6 - Quiz

Fossiele brandstof
Duurzame energie

Slide 7 - Question de remorquage

Duurzame energie
Windkracht  
Zonne-energie
Waterkracht

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is een voorbeeld van duurzame energie?
A
steenkool
B
aardgas
C
kernenergie
D
waterkrachtenergie

Slide 9 - Quiz


Zonne-energie is een duurzame energiebron. "duurzaam" betekent:
A
raakt op
B
meerdere keren te gebruiken
C
raakt nooit op
D
er komt steeds minder van

Slide 10 - Quiz

Wat is geen vorm van duurzame energie?
A
Zonne energie
B
Wind energie
C
Energie uit biomassa
D
Energie uit fossiele brandstoffen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Als ik denk aan klimaatverandering denk ik aan?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Zon verwarmt aarde
Aarde kaatst warmte terug.
Broeikaseffect
Warmte blijft deels binnen de dampkring

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 17 - Quiz

warmte
broeikasgassen
warmte die ontsnapt
warmte in dampkring

Slide 18 - Question de remorquage

Het 'gewone' broeikaseffect is hetzelfde als het versterkte broeikaseffect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 20 - Quiz

Door klimaatverandering...
A
zijn er minder hevige buien en is er minder smeltwater
B
zijn er minder hevige buien en is er meer smeltwater
C
zijn er vaker hevige buien en is er meer smeltwater
D
zijn er vaker hevige buien en is er minder smeltwater

Slide 21 - Quiz

Klimaatverandering:
A
Hoeven wij niets mee
B
Is niet zo erg als veel mensen denken
C
Ik maak me er wel zorgen over
D
We moeten nu actie ondernemen

Slide 22 - Quiz