Schaal
1 / 28
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
8,7 dam = ..... km
Slide 5 - Question ouverte
8000 cm = ..... m
Slide 6 - Question ouverte
160 dm = ..... hm
Slide 7 - Question ouverte
72 m = ..... mm
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met 'de schaal'?
A
verkleining van de werkelijkheid
B
vergroting van de werkelijkheid
C
verhouding tussen het model en het origineel
D
een kopie tussen het model en het origineel
Slide 15 - Quiz
schaal: als de schaal 1: 50 is dan betekent dat.....
A
de foto is 50x zo klein als in het echt
B
dan moet je het aantal cm op foto delen door 50
C
als de foto 1 cm hoog is, is deze in het echt 50 m hoog
D
dan moet je bij alle cm op de foto 50 cm optellen
Slide 16 - Quiz
De auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoeveel meter is de auto in het echt als deze auto 4 cm op schaal is?
A
4000 cm
B
400 cm
C
40 meter
D
4 meter
Slide 17 - Quiz
3D selfie met schaal 1:15. Het poppetje is 9 cm, hoe groot is de jongen?
A
6 mm
B
135 m
C
135 cm
D
60 cm
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
In de tekening is de vlo 15 keer zo groot getekend. Wat is de schaal?
A
1 : 15
B
15 : 1
C
1 : 225
D
225 : 1
Slide 20 - Quiz
Op de poster is het lieveheersbeestje 45 cm groot.
In werkelijkheid is hij maar 0,5 cm groot.
Wat wordt dan de
schaal?
In werkelijkheid is hij maar 0,5 cm groot.
Wat wordt dan de
schaal?
A
45 : 0,5
B
0,5 : 45
C
90 : 1
D
1 : 90
