Aaneenschrijven van woorden

Aaneen schrijven van woorden
De meest gemaakte fout in de Nederlandse spelling
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Aaneen schrijven van woorden
De meest gemaakte fout in de Nederlandse spelling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Woorden aan elkaar of los van elkaar?
Hoe zit dat?

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verschil tussen
een bord soep
en een soepbord?

Slide 8 - Question ouverte



Als je één ding bedoelt, schrijf je ook één woord:
lucht + kussen = luchtkussen

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil?

Hoge snelheidstrein - hogesnelheidstrein

Slide 10 - Question ouverte

Hoge snelheidstrein:

Slide 11 - Diapositive

hogesnelheidstrein:

Slide 12 - Diapositive

rode wijnglazen - rodewijnglazen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

De ontvoerders eisten één miljoen aan.........
A
los geld
B
losgeld

Slide 15 - Quiz

Op TV start een nieuw programma:
A
naakt model tekenen
B
naaktmodeltekenen
C
naakt modeltekenen

Slide 16 - Quiz

boeren + metworst
A
boeren met worst
B
boeren metworst
C
boerenmetworst

Slide 17 - Quiz

VEEL DIARREE GEVALLEN IN PARIJS

????
A
VEEL DIARREE GEVALLEN IN PARIJS
B
Veel diarreegevallen in Parijs

Slide 18 - Quiz


A
halve seizoenskaart
B
halveseizoenskaart

Slide 19 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord staat los van een zelfstandig naamwoord

Groen gras (groen is een eigenschap van gras)

De grote jongen (groot is een eigenschap van de jongen)

Online lessen (online is een eigenschap van deze lessen)

Slide 20 - Diapositive

Een samenstelling: twee zelfstandige naamwoorden
  • Bejaardenflat (de flat is niet bejaard, maar de mensen die er wonen)
  • Krantenkop: de kop is niet van kranten
  • groentewinkel: de winkel is niet van groente maar om er groente te kopen


Slide 21 - Diapositive