Er-, daar-, hier- en waar- schrijf je altijd aan elkaar.....
...met het voorzetsel dat erna komt.
DUS: ernaast, daarvoor, hierlangs, waarboven
óók als er dan nóg een voorzetsel komt: eropuit, hierbovenuit, daartegenaan, waaroverheen.
Let op:
Ik ga ervan uit dat je het nu snapt.
Kan ik daarvan uitgaan?