Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Argumenten en stellingen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen van deze les
Je leert wat een argument is, en hoe je een argument herkent
Je leert hoe je een argument bedenkt en wat een stelling is.
Slide 2 - Diapositive
Bij een argument hoort een signaalwoord
"Ik wil niet naar buiten omdat het regent"
"Het regent, daarom wil ik niet naar buiten."
Slide 3 - Diapositive
Andere signaalwoorden:
want
omdat
dus
daarom
namelijk
om die reden
Slide 4 - Diapositive
Maak 1 zin met 1 van deze woorden: want - omdat - dus - daarom - namelijk - om die reden
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het signaalwoord?
Ik ga morgen naar de bioscoop, want er draait een leuke film.
A
want
B
morgen
Slide 6 - Quiz
Wat is het signaalwoord?
Omdat gokken verslavend is, moet het verboden worden.
A
omdat
B
moet
Slide 7 - Quiz
Wat is het signaalwoord?
Iedereen moet een schooluniform aan, want dan wordt er minder gepest.
A
iedereen
B
want
Slide 8 - Quiz
Wat is het signaalwoord?
Niemand leest meer boeken, dus bibliotheken zijn overbodig.
A
niemand
B
dus
Slide 9 - Quiz
Wat is het signaalwoord?
Ik eet geen pindakaas, want ik ben allergisch voor pinda’s.
A
geen
B
want
Slide 10 - Quiz
Wat is het signaalwoord?
Kinderen worden online soms gepest, daarom moeten ouders kunnen meekijken op hun computer.
A
worden
B
daarom
Slide 11 - Quiz
Hoe bedenk je een argument?
Slide 12 - Diapositive
Stel jezelf 3 vragen:
1. Wat is het probleem en waarom is dat erg?
2. Zijn er voordelen of nadelen?
3. Over wie gaat de stelling? (doelgroep)
Slide 13 - Diapositive
wat
+ of -
doelgroep
MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL MOETEN VERBODEN WORDEN
telefoons leiden leerlingen af in de les
er kan niet stiekem worden gefilmd
leerlingen en mentoren
Slide 14 - Diapositive
Deze stelling stelt dat mobiele telefoons een negatieve invloed hebben.
Nu is het aan jullie.
Bedenk bij een positieve stelling voordelen.
MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL MOETEN VERBODEN WORDEN
telefoons leiden leerlingen af in de les
er kan niet stiekem worden gefilmd
leerlingen en mentoren
Slide 15 - Diapositive
wat
+ of -
doelgroep
LEERLINGEN MOGEN DE MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL BIJ HEBBEN
Slide 16 - Diapositive
wat
+ of -
doelgroep
LEERLINGEN MOGEN DE MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL BIJ HEBBEN
telefoons kunnen ingezet worden tijdens de les
er kunnen stiekem filmpjes worden gemaakt
leerlingen en mentoren
Slide 17 - Diapositive
Wat vind je van de volgende stelling: KLASGENOTEN MOET JE ALTIJD ACCEPTEREN OP SOCIALE MEDIA
eens
oneens
Slide 18 - Sondage
Wat vind je van de volgende stelling: ENERGIEDRANKJES MOETEN VERBODEN WORDEN OP SCHOLEN
eens
oneens
Slide 19 - Sondage
Wat vind je van de volgende stelling: JONGEREN MOGEN PAS VANAF HUN 16E MAKE-UP DRAGEN
eens
oneens
Slide 20 - Sondage
Wat vind je van de volgende stelling: HET SUIKERFEEST MOET EEN LANDELIJKE FEESTDAG WORDEN
eens
oneens
Slide 21 - Sondage
Wat vind je van de volgende stelling: OUDERS MOETEN ALTIJD KUNNEN MEEKIJKEN MET HET INTERNET- EN TELEFOONGEDRAG VAN HUN KINDEREN
eens
oneens
Slide 22 - Sondage
Wat vind je van de volgende stelling: ELKE KLAS OP DE MIDDELBARE SCHOOL MOET MINSTENS ÉÉN KEER PER JAAR EEN GEBEDSHUIS BEZOEKEN
eens
oneens
Slide 23 - Sondage
Oefenen
Iedereen moet vegetariër worden.
Slide 24 - Diapositive
Waarom ben jij voor? Iedereen moet vegetariër worden.
Slide 25 - Question ouverte
Waarom ben jij tegen? Iedereen moet vegetariër worden.
Slide 26 - Question ouverte
Maak nu het werkblad
Slide 27 - Diapositive
Leerdoelen van deze les. Is dit gelukt? - Je leerde wat een argument is, en hoe je een argument herkent. (signaalwoorden) - Je leerde hoe je een argument bedenkt en wat een stelling is.