MH1 - H2.2 Lezen

H2.2 Lezen 
Talent
mavo/havo 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H2.2 Lezen 
Talent
mavo/havo 1

Slide 1 - Diapositive

Welke leesstrategieën ken je?

Slide 2 - Question ouverte

Stel, je wilt uit een krant de uitslag van een hockeywedstrijd halen. Welke leesstrategie gebruik je dan?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen

Slide 3 - Quiz

Wanneer lees je nauwkeurig?
A
Als je een eerste indruk wil krijgen van een tekst
B
Als je de tekst wilt begrijpen
C
Als je moet leren voor een toets
D
Als je de betekenis van een woord wilt opzoeken

Slide 4 - Quiz

Stel, je moet leren voor een toets van biologie. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen

Slide 5 - Quiz

Feiten en meningen
In teksten kom je feiten en meningen tegen.

  • Een feit is iets wat werkelijk zo is of wat echt is gebeurd.
  • Een feit kun je bewijzen en controleren. Over feiten kan je niet van mening verschillen.
  • Een mening is wat een persoon ergens van vindt. 


Slide 6 - Diapositive

Feit of mening?

Jan werkt erg hard.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Brabant heeft meer bossen dan Zeeland.
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quiz

De Eifeltoren staat in Parijs.
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quiz

Het wordt morgen mooi weer.
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quiz

Maken opdrachten: 2 (a t/m d) t/m 6

Slide 11 - Diapositive

Feiten en meningen
In teksten kom je feiten en meningen tegen.

  • Een feit is iets wat werkelijk zo is of wat echt is gebeurd.
  • Een feit kun je bewijzen en controleren. Over feiten kan je niet van mening verschillen.
  • Een mening is wat een persoon ergens van vindt. 


Slide 12 - Diapositive

Uitleg: Moeilijke woordenwijzer
Gebruik de moeilijkewoordenwijzer als je een woord niet kent.
  1. Stel eerst de vraag: is het woord belangrijk?
  2. Zo ja, kun je dan de betekenis afleiden uit de context (= zinnen in de buurt van het woord)?
          Bijvoorbeeld: in de tekst staat
          - een omschrijving;
          - een synoniem;
          - een voorbeeld;
          - een woord met de tegengestelde betekenis;
          - een zin die je op een idee brengt.
3 Geen aanwijzing in de tekst?
         - Zoek het woord in een woordenboek (www.vandale.nl), of vraag de betekenis aan iemand. 

Slide 13 - Diapositive

moeilijkewoordenwijzer
  1. Belangrijk om het woord te begrijpen? Nee? Lees verder.
  2. Ja? Kijk of er ergens in de tekst een uitleg staat.
  3. Geen uitleg? Raad de betekenins van het woord.
  4. Lukt het niet? --> Woordenboek

Zoekend lezen

Slide 14 - Diapositive

Synoniem voor:
fout

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor 'over het algemeen'?
A
soms
B
nooit
C
meestal
D
altijd

Slide 16 - Quiz

Synoniem voor stelen

Slide 17 - Question ouverte

Tekstverband: verband tussen de woorden, zinnen en alinea's.
Signaalwoorden: het woord dat het tekstverband aangeeft.

verband : opsommend
Signaalwoord: ook, bovendien, daarnaast, zowel...als, ten eerste, ten slotte. 

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Maken opdracht: 8 t/m 14

Slide 19 - Diapositive

huiswerk 
Maak de leestaak: 16 t/m 20

Slide 20 - Diapositive