Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Les 16- Taal - §2 Stijl
Slide 1 - Diapositive
Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
10 min lezen
herhaling met huiswerk
Uitleg stijl/stijlfiguren
zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Nakijken cursus 5 - §4 - P. 213
Slide 3 - Diapositive
Nakijken cursus 5 - §4 - P. 213
Slide 4 - Diapositive
Nakijken cursus 5 - §4
Slide 5 - Diapositive
Nakijken cursus 5 - §4 P. 213
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan/weet...
-hoe stijl figuren een tekst krachtiger maken
- de stijlfiguren enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax, hyperbool, understatement en antithese herkennen en gebruiken.
Slide 7 - Diapositive
Wat weet je nog?
Slide 8 - Diapositive
Stijl
De manier waarop je iets zegt of schrijft, bijvoorbeeld humoristisch of zakelijk, formeel (goedemiddag) of informeel (hoi)
De juiste stijl maakt een tekst aantrekkelijker, of kan je helpen het doel van bijv. je speech of betoog te bereiken.
Slide 9 - Diapositive
Stijlfiguren
Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker.
Gebruik je om iets te benadrukken
Lichter
Zwaarder
Extra
Slide 10 - Diapositive
Enumeratio
Enumeratio ook wel opsomming is een opsomming van b.v. namen, feiten of andere dingen
Er zijn 3 bijzondere gevallen:
opsomming in drieën
de drieslag
de climax
Slide 11 - Diapositive
1. opsomming in drieeën
Opsomming van drie begrippen
vader, moeder en kinderen.
Huis, tuin en keuken.
Groen, geel en blauw.
Slide 12 - Diapositive
2. de drieslag
Vaste Opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen, soms een vorm van rijm:
Boeren, burgers en buitenlui
Ik kwam, ik zag, ik overwon.
Slide 13 - Diapositive
3. de climax
Een opsomming van een steeds sterker wordende reeks.
Snel, sneller, snelst
fluisteren - praten - schreeuwen
Slide 14 - Diapositive
4. Climax
Dit is een vorm van een opsomming.
Steeds sterker wordende reeks.
Hij liep stevig door en keek achterom. Hij begon zijn pas te versnellen tot hij rende. Toen hij op de hoek was, sprintte hij verder tot hij dacht dat hij zijn benen niet meer kon bijhouden.
Fluisteren - praten - schreeuwen
Ik kwam, zag en overwon (= drieslag met climax)
Snel, sneller, snelst
Slide 15 - Diapositive
5. Hyperbool
Overdrijving.
Het groter/ mooier maken dan het daadwerkelijk is.
Ik ben me doodgeschrokken van je berichtje.
Lucas werd bedolven onder de complimenten.
Slide 16 - Diapositive
6. Understatement
Afzwakkende term of omschrijving.
Die Cristiano Ronaldo kan wel een aardig balletje trappen. Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje.
Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
Slide 17 - Diapositive
7. Antithese
Tegenstelling; twee tegengestelde begrippen bij elkaar
een lach en een traan
goed en kwaad
zwart en wit
Slide 18 - Diapositive
Zelf oefenen
Taal §2 Stijl
Wat: Maak opdracht 1+2 p. 92
Klaar? Zie de rode cirkel op deze dia.
Hoe:Individueel in je schrift. Eerste vijf minuten stil, daarna kan je fluisteren.
Hulp:Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 15 min.
Uitkomst:Geoefend met stijlfiguren.
Klaar?
Lezen in je leesboek
of huiswerk
timer
15:00
Slide 19 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan/weet...
-hoe stijl figuren een tekst krachtiger maken
- de stijlfiguren enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax, hyperbool, understatement en antithese herkennen en gebruiken.
Slide 20 - Diapositive
Fijne dag!
Ruim rustig je spullen op en blijf zitten tot de bel gaat