voltooideelwoord en hulpwerkwoorden 'zijn' en 'hebben' 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

De kinderen hebben in het bos gewandeld.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. hebben
2. bos
3. het
4. gewandeld

De boze jongen heeft de deur kapot gemaakt.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. gemaakt
2. boze
3. de
4. deur

De professor heeft een nieuw medicijn ontdekt.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. nieuw
2. medicijn
3. ontdekt
4. professor

De soldaat heeft aan het vuur kunnen ontkomen.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. vuur
2. soldaat
3. heeft
4. ontkomen

ik 

jij

hij/zij

wij

zij

ben

is

bent

zijn

zijn

ik 

jij

hij/zij

wij

zij

heb

hebt

heeft

hebben

hebben

Het kleine hondje is aan het spelen
Wat is het hulpwerkwoord?

1. kleine
2. spelen
3. hondje
4. is

De luchtballon heeft een heel eind gevlogen.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. heeft
2. eind
3. heel
4. luchtballon

De poes is naar haar mandje gekropen.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. mandje
2. is
3. de
4. gekropen

De kinderen hebben allemaal taart gegeten.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. gegeten
2. allemaal
3. hebben
4. taart

Wat vond je van deze les? Schrijf op waarom je het makkelijk of moeilijk vond☺ Succes!