Hulpwerkwoorden en spiekbrief

Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden zijn altijd samen met een ander werkwoord. Er zijn verschillende hulpwerkwoorden:
zijn
hebben
willen
gaan 
worden
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden zijn altijd samen met een ander werkwoord. Er zijn verschillende hulpwerkwoorden:
zijn
hebben
willen
gaan 
worden

Slide 1 - Diapositive

ik 

jij

hij/zij
wij

zij

ben
is
bent
zijn
zijn

Slide 2 - Question de remorquage

ik 

jij

hij/zij
wij

zij

ga
gaat
gaat
gaan
gaan

Slide 3 - Question de remorquage

ik 

jij

hij/zij
wij

zij

heb
hebt
heeft
hebben
hebben

Slide 4 - Question de remorquage

ik 

jij

hij/zij
wij

zij

word
wordt
wordt
worden
worden

Slide 5 - Question de remorquage

Het kleine hondje is aan het spelen
Wat is het hulpwerkwoord?
A
kleine
B
spelen
C
hondje
D
is

Slide 6 - Quiz

De luchtballon heeft een heel eind gevlogen.
Wat is het hulpwerkwoord?
A
heeft
B
gevlogen
C
heel
D
luchtballon

Slide 7 - Quiz

De poes wordt naar haar mandje gebracht.
Wat is het hulpwerkwoord?
A
mandje
B
wordt
C
poes
D
gebracht

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met een hulp werkwoord en voltooid deelwoord.

Slide 9 - Question ouverte

"zijn"
Jij ... een heel slim meisje.

Slide 10 - Question ouverte

"hebben"
Hij ... een groot cadeau gehad.

Slide 11 - Question ouverte

"worden"
Ik ... naar school gebracht door oma.

Slide 12 - Question ouverte

Maak een zin met een hulp werkwoord en voltooid deelwoord.

Slide 13 - Question ouverte

"zijn"
Zij ... goed in rekenen

Slide 14 - Question ouverte

"hebben"
Wij ... in de zee gezwommen.

Slide 15 - Question ouverte

"worden"
Hij ... later vast ontdekt.

Slide 16 - Question ouverte

Wat vond je van deze les? Schrijf op waarom je het makkelijk of moeilijk vond☺ Succes!

Slide 17 - Question ouverte