WRE 1HV - Cursus Grammatica - §1 Persoonsvorm en zinsdelen
Lezen
Pak je leesboek erbij en start alvast met lezen.
timer
10:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lezen
Pak je leesboek erbij en start alvast met lezen.
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
WELKOM BIJ NEDERLANDS!
Inloggen Lessonup;
Zitten volgens plattegrond;
Pak je materiaal voor.
Slide 2 - Diapositive
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Lesdoelen
2. Wat weet je al?
3. Uitleg: Persoonsvorm en zinsdelen
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig werken
6. Lesdoelen checken en afsluiten
Slide 3 - Diapositive
Je leert hoe je de persoonsvorm in de zin kunt vinden;
Je leert hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
Je weet wat je de komende periode kunt verwachten.
Lesdoelen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Je kunt de persoonsvorm in een zin op drie manieren vinden.
Schrijf mee in je schrift, maak aantekeningen!
Slide 6 - Diapositive
De tijdproef
1) Verander de zin van tijd.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Naud wil in het weekend geen huiswerk maken.
Naud wilde in het weekend geen huiswerk maken.
Slide 7 - Diapositive
De vraagproef
2) Maak van de zin een vraag.
Het werkwoord dat dan vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Alette, Hester en Fenna hebben woensdag ingehaald.
Hebben Alette, Hester en Fenna woensdag een toets ingehaald?
Slide 8 - Diapositive
De getalsproef
3) Verander het getal (het aantal) van de zin. Het gaat dan niet meer om één persoon, maar bijvoorbeeld om twee.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Luuk zat tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
Luuk en Woutzaten tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
Slide 9 - Diapositive
"De docent behandelt grammatica zinsdelen met negentwintig leerlingen." Wat is de persoonsvorm?
Slide 10 - Question ouverte
Welke van de drie manieren heb jij bij de vorige vraag gebruikt om de persoonsvorm te vinden?
Tijdproef
Vraagproef
Getalsproef
Slide 11 - Sondage
Wij gaan morgen op vakantie. Wat is de PV?
A
wij
B
gaan
C
morgen
D
vakantie
Slide 12 - Quiz
Vandaag leer je over verschillende zinsdelen.
A
vandaag
B
je
C
leer
D
over
Slide 13 - Quiz
Zinnen bestaan uit zinsdelen. Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit meerdere woorden.
Schrijf mee in je schrift, maak aantekeningen!
Slide 14 - Diapositive
Zinsdelen
Een zin bestaat uit verschillende zinsdelen. Zinsdelen kun je uit een zin halen door te kijken naar welke woorden je voor de persoonsvorm kunt plaatsen. Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. Een voorbeeldzin:
Jan heeft Pim vorige week z'n boek geleend.
Slide 15 - Diapositive
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
1. De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
2. Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
3. Gisteren stonden de hongerige paarden luid te hinniken.
Neem de zin over en verdeel de zin in zinsdelen. Plaats tussen de zinsdelen een /
Slide 18 - Question ouverte
4. Zulke fantastische verhalen hebben de docenten altijd al willen
overbrengen aan hun leerlingen.
Neem de zin over en verdeel die in zinsdelen. Plaats tussen de zinsdelen een /
Slide 19 - Question ouverte
timer
5:00
Slide 20 - Diapositive
Wat?
Cursus 5 Grammatica, §1: Persoonsvorm en zinsdelen.
Havo: opdracht 1 t/m 5 (blz. 204-205).
Vwo: opdracht 1 t/m 4 (blz. 204-205).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Kijk naar de 4B's op het whiteboard.
Tijd
Tot de laatste vijf minuten van deze les.
Klaar?
- Oefen verder in de online methode
- Maak voor jezelf een korte samenvatting van §1
- Lezen uit je leesboek.
Oefenen
timer
5:00
Slide 21 - Diapositive
Je leert hoe je de persoonsvorm in de zin kunt vinden;
Je leert hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
Je weet wat je de komende periode kunt verwachten.