les 4

les 4
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

les 4

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Microniveau

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Doe eens een gok...

Hoeveel moleculen zouden er in een glas water van 200 mL zitten?
A
6 miljoen
B
6 miljard
C
6 triljard
D
6 quadriljoen

Slide 10 - Quiz

6.000.000.000.000.000.000.000.000 watermoleculen. Dat zijn er zes quadriljoen.
Dat zijn dus 6.000.000.000.000.000.000.000.000 watermoleculen. 

Dat zijn er zes quadriljoen.

Slide 11 - Diapositive

Water
Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes, namelijk atomen.
1 watermolecuul bestaat uit
2 waterstofatomen
en 1 zuurstoomatoom

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel waterstofatomen bevat het methaanmolecuul?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 18 - Quiz

Bonusvraag:
Uit welke soort elementen zou de stof waterstofchloride kunnen bestaan?

Slide 19 - Question ouverte

Hoeveel koolstofatomen bevat het methaanmolecuul?

A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quiz

Welk element heeft het symbool Cu?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het symbool voor natrium?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het symbool voor zwavel?

Slide 23 - Question ouverte

Hoeveel zwavelatomen bevat het molecuul zwaveldioxide SO2?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quiz

Welk element heeft het symbool Au?

Slide 25 - Question ouverte

Hoeveel zuurstofatomen bevat het molecuul waterstofperoxide H2O2?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Nu zelf moleculen bouwen! 

Slide 27 - Diapositive

Wat hebben we geleerd?
- Uitleggen wat moleculen en atomen zijn.
- Een beschrijving op macro- en op microniveau geven.
- Beschrijven wat er gebeurt tijdens een chemische reactie.


Slide 28 - Diapositive