4.1 snelheid

vandaag: § 4.1
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

leerdoelen:
Ik kan de gemiddelde snelheid berekenen
Ik kan een s,t-diagram aflezen en maken.
Ik kan uitleggen wanneer er sprake is van een recht evenredig verband
Ik ken de begrippen constante snelheid en eenparige beweging


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

vandaag: § 4.1
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

leerdoelen:
Ik kan de gemiddelde snelheid berekenen
Ik kan een s,t-diagram aflezen en maken.
Ik kan uitleggen wanneer er sprake is van een recht evenredig verband
Ik ken de begrippen constante snelheid en eenparige beweging


Slide 1 - Diapositive

planning
  • opstarten
  • uitleg 
  • zelf aan het werk
  • afsluiting

(5 min)
(15 min)
(15 min)
(5 min)

Slide 2 - Diapositive

Wat is snelheid?

Slide 3 - Carte mentale

Snelheid
Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst. Snelheid heeft een grootte (hoe hard je gaat) en een richting (welke kant je op gaat).

Om de snelheid te berekenen, moet je de afstand en de tijd weten.

Snelheid drukken we uit in km/h of m/s.

Slide 4 - Diapositive

je rijdt 30 kilometer in een half uur
je snelheid is
A
30 km/h
B
15 km/h
C
60 km/h
D
30 m/s

Slide 5 - Quiz

Een auto legt in 10 minuten 6 km af. Wat is de gemiddelde snelheid in km/h? (Hoeveel km legt hij in 1 uur af?)
A
1,67 km/h
B
0,6 km/h
C
36 km/h
D
60 km/h

Slide 6 - Quiz

Een verhoudingstabel gebruiken
afstand
30 km
tijd
0.5 h

Slide 7 - Diapositive

Ik loop met een snelheid van 5 m/s. Ik loop voor 10 seconde. Welke afstand leg ik af?
A
5 meter
B
20 meter
C
50 meter
D
80 meter

Slide 8 - Quiz

Thomas fietst in 30 minuten 15 kilometer. Wat is zijn gemiddelde snelheid?

Slide 9 - Question ouverte

Thomas fietst in 30 minuten 15 kilometer. halverwege wacht hij 1 minuut op het stoplicht. Wat is zijn gemiddelde snelheid?

Slide 10 - Question ouverte

Thomas fietst in 30 seconden 150 meter. Wat is zijn gemiddelde snelheid in m/s?
A
5 m/s
B
0,2 m/s
C
180 m/s
D
45 m/s

Slide 11 - Quiz

Gemiddelde snelheid
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Slide 12 - Diapositive

Gemiddelde snelheid

Totale afstand delen door totale tijd. 

Tussendoor kan je gestopt zijn.
Je hebt een maximale snelheid die groter kan zijn dan de gemiddelde snelheid.
Constante snelheid

De snelheid is op alle tijdstippen even groot.

Slide 13 - Diapositive

Ik zoek een vrijwilliger
pak allemaal je schrift en een pen

Slide 14 - Diapositive

constante snelheid

Slide 15 - Diapositive

Eenparige beweging
Bij een constante snelheid heb je een eenparige beweging:
Als je twee keer zoveel afstand aflegt, kost dat ook twee keer zoveel tijd.
De s,t-grafiek is een rechte lijn door de oorsprong.

Slide 16 - Diapositive

Eenparige beweging
Bij een  constante snelheid leg je in het eerste uur net zoveel afstand af als het tweede uur:
Als je twee keer zoveel afstand aflegt, kost dat ook twee keer zoveel tijd.

Dit noemen we een eenparige beweging.

De s,t-grafiek is een rechte lijn door de oorsprong.


Slide 17 - Diapositive

Recht evenredig verband

De s,t-grafiek is een rechte lijn door de oorsprong.

We zeggen dat er een recht evenredig verband is tussen afstand(s) en de tijd(t).

Slide 18 - Diapositive

Juist of onjuist.
De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
maak de opdrachten van 4.1
Klaar? nakijken!

Slide 20 - Diapositive

lesdoelen
Ik kan de gemiddelde snelheid berekenen
Ik kan uitleggen wanneer er sprake is van een recht evenredig verband
Ik ken de begrippen constante snelheid en eenparige beweging
Ik kan een s,t-diagram aflezen en maken.

Slide 21 - Diapositive

in het kort: 

Slide 22 - Diapositive

Dat was het
voor vandaag! 

Slide 23 - Diapositive