Wonen les 2
1 / 25
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Vraag 1: Hoeveel gaat Jeremy per
maand betalen voor de huur
en de servicekosten?
maand betalen voor de huur
en de servicekosten?
A
500
B
560
C
100
D
1060
Slide 6 - Quiz
Vraag 2: Waar of niet waar?
De (waar)borg is een bedrag dat je aan de verhuurder betaalt voordat je in de woning trekt. Je krijgt dit bedrag terug als je de woning weer verlaat en deze netjes achter hebt gelaten.
De (waar)borg is een bedrag dat je aan de verhuurder betaalt voordat je in de woning trekt. Je krijgt dit bedrag terug als je de woning weer verlaat en deze netjes achter hebt gelaten.
Slide 7 - Question ouverte
Vraag 3: Hoeveel waarborg moet
Jeremy betalen?
Jeremy betalen?
A
500
B
560
C
1000
D
1560
Slide 8 - Quiz
Vraag 4: Hoeveel gaat Jeremy per
maand betalen voor de
servicekosten?
maand betalen voor de
servicekosten?
A
40
B
50
C
60
D
70
Slide 9 - Quiz
Vraag 5: Na hoeveel maanden kan
Jeremy zijn woning weer
opzeggen?
Jeremy zijn woning weer
opzeggen?
A
1 maanden
B
3 maanden
C
6 maanden
D
12 maanden
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Recht of plicht?
Slide 12 - Question ouverte
Recht of plicht?
Slide 13 - Question ouverte
Recht of plicht?
Slide 14 - Question ouverte
Recht of plicht?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
