BPV les P5W2

• BPV
• MBO
• Studiejaar 2

BPV

Periode 5

Lesweek 2

P5W2

gegevens bpv'er - Bert Waage

emailadres:   [e-mail] 

docentcode:  BW07

mob nr:          06-45971168 (noodgevallen)

Wat gaan we doen:

> Herhalen

> Pok's

> Stage

> Jaarplanning bekijken

> Uitleg examen B    (1e werkproces)  

> Startopdracht afmaken

Is je POK getekend door stage ?

1. Ja
2. Nee / weet ik niet

Heb je je stagecontactgegevens ingeleverd op Itslearning ?

JA

NEE

Omschrijf in 3 woorden een mooie/fijne/bijzondere situatie van je stage

BPV gids

> iedere week meenemen naar stage.

> Staat in Itslearning :  

> Urenregistratie iedere dag invullen

> Werkhouding BPV met je SB bekijken

> Stagecontactgegevens uiterlijk vandaag inleveren 

Startopdracht (zie SharePoint)

Naam:

Leeftijd:

Geboortedatum:

06nr:

emailadres:

Naam stageschool:

Adres stageschool:

Naam + Mail contactdocent stageschool:

Wat voor student ben jij? Geef een korte beschrijving?

(actief, zelfstandig, positief ingesteld, afwachtend, initiatiefrijk, vrolijk, behulpzaam, solist, samenwerkend, passief, negatief, depressief, onzeker, vragensteller, doener zonder nadenken)

Welke obstakels zijn er momenteel die de studie / stage zouden kunnen belemmeren?

(medisch, psychisch, thuissituatie, leer/gedragsproblemen, motivatieproblemen, andere studiekeuze)

Wat is jouw leerdoel op stage?

Wat vind jij belangrijk in de BPV-lessen?

PowerPoint met uitleg examen B: 

Zie PP

B1-K1-W1

"Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat"

Bij de opdrachten van dit werkproces leer je:

- dat het van belang is dat kinderen, jongeren of leerlingen zich 'thuis' voelen, zich veilig in de groep voelen en prettig met elkaar om gaan zodat zij kunnen leren en ontwikkelen.

- te zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat binnen een groep waarin kinderen prettig met elkaar omgaan.

In het examen dat bij dit werkproces hoort:

- Geef je leiding aan een groep kinderen (twee of meer). 

- Zorg je daarbij voor een zo veilig mogelijk pedagogisch groepsklimaat.

- Schrijf je een verslag over de geboden begeleiding.

Verkennen van het werkproces

In deze beroepsopdrachten leer je:

- wat een veilig pedagogisch klimaat inhoudt

- hoe jij kunt bijdragen aan een veilig pedagogisch klimaat binnen een groep

- hoe jij aankijkt tegen jouw waarden en normen

Wat is een pedagogisch klimaat?

Wat zijn de 3 basisbehoeften van een leerling?

de basisbehoefte relatie betekent

1. Ik vind de juf aardig
2. Ik hoor erbij
3. Ik kan de opdrachten aan
4. Ik begrijp waar het over gaat

de basisbehoefte Competentie betekent:

1. ik wil het
2. ik leer het
3. ik kan het
4. ik durf het

De basisbehoefte autonomie betekent:

1. ik kan het alleen doen
2. ik kan het snel doen
3. ik wil dit doen
4. ik begrijp het

V1: Wat is een veilig pedagogisch klimaat?

Maak een verslag waarin je de volgende punten opneemt:

1. Omschrijf de term 'pedagogisch klimaat' in eigen woorden

2. Beschrijf op welke wijze jij als pedagogisch werker een bijdrage kunt leveren aan een veilig pedagogisch klimaat

V2: Op zoek naar jouw waarden en normen

Een waarde wordt vaak omschreven in één woord. Bekende waarden zijn: vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, respect.
Normen zijn gedragsregels. Normen zijn dus concrete regels waar je de ander (of jezelf) op kunt afrekenen.

Kinderen leren waarden en normen van volwassenen. Als pedagogisch werker leer jij kinderen ook welke waarden en normen belangrijk zijn. Je geeft het goede voorbeeld, maar bespreekt dit ook met de kinderen.

V2: Op zoek naar jouw waarden en normen

Denk na over jouw persoonlijke waarden en normen. Wat vind jij belangrijk in de omgang met elkaar? Beschrijf dit eerst voor jezelf persoonlijk. Beschrijf minimaal drie waarden en drie normen. 

Op zoek naar jouw waarden en normen

Denk na over de waarden en normen die jij belangrijk vindt in de beroepspraktijk. Wat wil jij als pedagogisch werker meegeven aan de kinderen waarmee je werkt? Beschrijf minimaal drie waarden en drie normen. (dit komt in je verslag) 

Opdracht : Zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat

Maak een reflectieverslag van het moment waarop jij gezorgd hebt voor een optimaal groepsklimaat. Je geeft antwoord op de volgende vragen:

- Op welke manier heb je ervoor gezorgd dat alle kinderen voldoende aandacht kregen?

- Op welke manier heb jij gezorgd voor dagritme/structuur?

- Op welke manier heb je rust en zelfvertrouwen uitgestraald?

- Op welke manier heb jij jouw interactievaardigheden ingezet?

- Op welke manier heb jij gewerkt volgens geldende waarden en normen?

- Op welke manier heb jij positief gedrag bij kinderen gestimuleerd?

- Op welke manier heb jij communicatie tussen kinderen onderling gestimuleerd?

- Zijn er risicovolle of opvallende situaties voorgevallen en zo ja, hoe ben je hiermee omgegaan?