• De globale lijnen uit een nieuwsbericht halen
• Wat de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen betekenen.
• Hoe je de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen moet vervoegen in de tegenwoordige tijd.
• De werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen toepassen in een zin.
• De helft van de woorden uit de Lernliste van hoofdstuk 8
• De Sprachmittel van hoofdstuk 8 herkennen en gebruiken