3V - Lezen 3

Nederlands
Dinsdag 9 maart
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Dinsdag 9 maart

Slide 1 - Diapositive


1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 2 - Question ouverte


2. Wat is het standpunt van de auteur?

Slide 3 - Question ouverte


3. Aan welk signaalwoord herken je het standpunt?

Slide 4 - Question ouverte


4. Noteer op basis van alinea 2 wat er in het blokjesschema bij a, b en c moet staan. 

Slide 5 - Question ouverte


5. Wat is het tweede argument waarmee de auteur haar standpunt ondersteunt?

Slide 6 - Question ouverte


6. Aan welk signaalwoord herken je dit argument?

Slide 7 - Question ouverte


7. Formuleer in eigen woorden het derde argument waarmee de auteur haar standpunt ondersteunt (al. 4). 

Slide 8 - Question ouverte


8. Wat is het vierde argument vóór het standpunt van de auteur? (al. 5)

Slide 9 - Question ouverte


9. 'Ten slotte zitten het leger, andere organisaties en zorginstellingen niet echt op hulptroepen in het kader van sociale dienstplicht te wachten (...)'. (al. 5). Waaruit blijkt dat? Noem twee dingen.

Slide 10 - Question ouverte


10. Wat is het eerste argument tegen het standpunt van de auteur?

Slide 11 - Question ouverte


11. Waaraan herken je dit argument?

Slide 12 - Question ouverte


12. Met welke twee argumenten wordt dit argument ondersteund?

Slide 13 - Question ouverte


13. Citeer de zin waarmee de auteur deze twee argumenten weerlegt.

Slide 14 - Question ouverte


14. Aan welk signaalwoord herken je de weerlegging?

Slide 15 - Question ouverte


15. Wat is het verband tussen alinea 6 en alinea 7? Leg uit. 

Slide 16 - Question ouverte


16. Formuleer in eigen woorden het tweede argument tegen het standpunt van de auteur. (al. 7)

Slide 17 - Question ouverte


17. Citeer de zin waarmee de auteur dit argument weerlegt. 

Slide 18 - Question ouverte


18. Aan welk signaalwoord herken je de weerlegging?

Slide 19 - Question ouverte


19. Welke kenmerken van een slot herken je in alinea 8?

Slide 20 - Question ouverte