Lezen blok 5 + 6 Op Niveau 2KGT

Wat is het verschil tussen een informerende en een uitlegende tekst?
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is het verschil tussen een informerende en een uitlegende tekst?

Slide 1 - Question ouverte

Geef 2 voorbeelden van een uitleggende tekst

Slide 2 - Question ouverte

Een instructie is een
A
Informerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Uitleggende tekst
D
Overhalende tekst

Slide 3 - Quiz

Wat wil de schrijver als zijn tekstdoel Overtuigen is?

Slide 4 - Question ouverte

Subjectieve informatie is een
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quiz

Hoe herken je objectieve informatie?

Slide 6 - Question ouverte

Welke vragen kan je jezelf stellen om te bepalen of je het eens bent met een overtuigende tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe herken je bijzaken?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe maak je een samenvatting van een tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een kernzin en een hoofdgedachte?

Slide 10 - Question ouverte

Een voorbeeld van een verwijswoord is
A
eerste
B
maar
C
hij
D
dat

Slide 11 - Quiz

Naar welk woord verwijst 'die' in de zin:
Ik trek mijn oude broek aan, want die zit het lekkerst.

Slide 12 - Question ouverte

Naar welk woord verwijst 'daar' in de zin:
Ik ga op vakantie naar Zeeland. Daar heb ik enorm veel zin in.

Slide 13 - Question ouverte

Welk signaalwoord herken je in de zinnen:
Daarom heb ik geen zin om met je af te spreken. Dat snap je toch wel?

Slide 14 - Question ouverte

Een voorbeeld van een signaalwoord is
A
vervolgens
B
dat
C
toch
D
omdat

Slide 15 - Quiz

Noem 3 soorten signaalwoorden

Slide 16 - Question ouverte