Over taal blok 4-6 les 1

Over taal en woordenschat
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Over taal en woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Over taal en woordenschat
Waarom is het belangrijk je woordenschat te vergroten?

Je weet wanneer je iets aan elkaar of los schrijft. 

Je weet wat wordt bedoeld met de gevoelswaarde van woorden. 

Slide 2 - Diapositive

Waarom is woordenschat belangrijk?

Slide 3 - Diapositive

Hoe vind je de betekenis van moeilijke woorden?

Slide 4 - Diapositive

Spaties
  • Een spatie tussen woorden kan veel effect hebben.
  • De meeste woorden in het Nederlands schrijf je aan elkaar.. tenzij je iets anders bedoelt.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is het verschil tussen 'rode wijnglazen' en 'rodewijnglazen'?

Slide 9 - Question ouverte

De gevoelswaarde van een woord
Waar denk je aan bij het woord 'baby'?

Slide 10 - Diapositive

Politiek: minder geld uitgeven
hervormingen
of
bezuinigingen

Slide 11 - Diapositive

De zin bepaalt de gevoelswaarde:
'Wat een lieve baby.'

'Hij gedraagt zich als een baby.'


Slide 12 - Diapositive

Moedertaal, vreemde taal, tweede taal
- Moedertaal: vanaf je geboorte

 - Vreemde taal: school/vakanties

- Tweede taal: Bijna zo goed als je moedertaal

Marc spreekt Engels met zijn vrienden en familie, op zijn werk is alles in het Frans en op school heeft hij Duits geleerd. 

Slide 13 - Diapositive

Marc spreekt Engels met zijn vrienden en familie, op zijn werk is alles in het Frans en op school heeft hij Duits geleerd.

Wat is zijn moedertaal?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Nederlands

Slide 14 - Quiz

Marc spreekt Engels met zijn vrienden en familie, op zijn werk is alles in het Frans en op school heeft hij Duits geleerd.

Wat is zijn tweede taal?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Nederlands

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
Samenstellingen (blok 4 > over taal > opdracht 4)
blz. 183 opdracht 4

Gevoelswaarde (blok 4 > over taal > opdracht 6)
blz. 184 opdracht 6

Meertaligheid (blok 5 > over taal > opdracht 3)
blz. 232 opdracht 3

Quizlet: https://quizlet.com/join/7KzBKqHjD (link ook in Teams)

Slide 16 - Diapositive