H6.3 Hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?

H4 chemische reacties
6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
Pak vast je schrift, een pen en rekenmachine!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H4 chemische reacties
6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
Pak vast je schrift, een pen en rekenmachine!

Slide 1 - Diapositive

6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
Recept voor 40 koekjes:



Vragen:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes?
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?

timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
Recept voor 40 koekjes:



Vragen:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes? 
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?
1. 375 gram
2. 66,67 koekje

Slide 3 - Diapositive

6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

264 gram

Slide 5 - Diapositive

6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Vragen:
  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?
  3. Als ik 100 gram H2O krijg, hoeveel gram O2 had ik dan?

timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

6.3 hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Vragen:
  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?
  3. Als ik 100 gram H2O krijg, hoeveel gram O2 had ik dan?

1. 54 gram
2. 137,5 gram
3. 177,78 gram

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
Maken opdracht:
23, 25, 26, 27ab, 28ab (laat ruimte over voor 27c en 28c)

Probeer 3 opdrachten te maken in deze 10 minuten!
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

6.3 overmaat
Als de beginstoffen niet in de perfecte (massa)verhouding aanwezig zijn, dan reageert de stof die in ondermaat helemaal op en de stof die overblijft is in overmaat.

Slide 9 - Diapositive

6.3 overmaat
Reactie: K + Br -> KBr
Massa Kalium: 20 gram
Massa Broom: 35 gram
Massaverhouding: kalium 39, broom 80, kaliumbromide 119
Vraag 1: Bereken welke stof in overmaat is.
Vraag 2: Bereken hoeveel gram Kaliumbromide er is ontstaan.

Slide 10 - Diapositive

6.3 overmaat
Reactie: K + Br -> KBr
Massa Kalium: 20 gram
Massa Broom: 35 gram
Massaverhouding: kalium 39, broom 80, kaliumbromide 119
Vraag 1: Bereken welke stof in overmaat is.
Vraag 2: Bereken hoeveel gram Kaliumbromide er is ontstaan.

1. Kalium in overmaat 
(ongeveer 4 gram teveel)
2. 52,06 gram Kaliumbromide

Slide 11 - Diapositive

Massaprocent
Massaprocent = massa%
Reactie: K + Br -> KBr
Massa's: 35 gram broom, 17,06 gram kalium 
en 52,06 gram kaliumbromide

Vraag 1: bereken het massa% van broom in kaliumbromide
Vraag 2: bereken het massa% van kalium in kaliumbromide
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Massaprocent
Massaprocent = massa%
Reactie: K + Br -> KBr
Massa's: 35 gram broom, 17,06 gram kalium 
en 52,06 gram kaliumbromide

Vraag 1: bereken het massa% van broom in kaliumbromide
Vraag 2: bereken het massa% van kalium in kaliumbromide
1. 67,23 m%
2. 32,77 m%

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
Maken opdracht 23-30 (31*-32*)

Klaar? Rekensite!

Slide 14 - Diapositive