TW1 H2

TW 1: onderwerpen
1. regelmatige ww + onregelmatige ww + wederkerende ww
2. voorzetsels
3. doler / gustar
4. muy / mucho / mucho-a-os-as
5. pretérito perfecto: haber + volt.dw.
6. bijvoeglijk naamwoord + meervoudsregel
7. verschil ser en estar
8. Vragende voornaamwoorden
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

TW 1: onderwerpen
1. regelmatige ww + onregelmatige ww + wederkerende ww
2. voorzetsels
3. doler / gustar
4. muy / mucho / mucho-a-os-as
5. pretérito perfecto: haber + volt.dw.
6. bijvoeglijk naamwoord + meervoudsregel
7. verschil ser en estar
8. Vragende voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
Vertaal de zinnen:

Gebruik: 
- its learning - bronnen - TW1
- eventueel woordenlijsten
- alle gedeelde lessonUps

Slide 2 - Diapositive

1. Ik heb hoofdpijn.

Slide 3 - Question ouverte

2. Ik sta om 8u op.

Slide 4 - Question ouverte

3. Wij werken veel.

Slide 5 - Question ouverte

4. Ik ga vroeg (temprano) weg van huis. (weggaan=salir)

Slide 6 - Question ouverte

5. Hij heeft heel lang (largo) haar.

Slide 7 - Question ouverte

6. Zij gaan om 22.30 naar bed.

Slide 8 - Question ouverte

7. Hoe gaat het (met hem)?

Slide 9 - Question ouverte

8. Hoe is hij (fysiek/karakter)?

Slide 10 - Question ouverte

9. Het boek ligt op het bureau (escritor).

Slide 11 - Question ouverte

10. Ik heb veel vriendinnen.

Slide 12 - Question ouverte

11. Juan heeft zere voeten.

Slide 13 - Question ouverte

12. Ik ga naar de bieb (biblioteca) 's middags.

Slide 14 - Question ouverte

13. Wij eten om 15u 's middags.

Slide 15 - Question ouverte

17. Ik ben op school.

Slide 16 - Question ouverte

19. Waar ga je heen/naartoe?

Slide 17 - Question ouverte

20. Jullie gaan op de fiets naar school.

Slide 18 - Question ouverte

Wij hebben geen pizza gegeten.

Slide 19 - Question ouverte

Zij zijn teruggekomen.

Slide 20 - Question ouverte

Jij bent opgestaan.

Slide 21 - Question ouverte

Ik heb een taart gemaakt.

Slide 22 - Question ouverte

Ik vind honden leuk.

Slide 23 - Question ouverte