oefenen TW1
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
1. Ik heb hoofdpijn.
Slide 3 - Question ouverte
2. Ik sta om 8u op.
Slide 4 - Question ouverte
3. Wij werken veel.
Slide 5 - Question ouverte
4. Ik ga vroeg (temprano) weg van huis. (weggaan=salir)
Slide 6 - Question ouverte
5. Hij heeft heel lang (largo) haar.
Slide 7 - Question ouverte
6. Zij gaan om 22.30 naar bed.
Slide 8 - Question ouverte
7. Hoe gaat het (met hem)?
Slide 9 - Question ouverte
8. Hoe is hij (fysiek/karakter)?
Slide 10 - Question ouverte
9. De boeken zijn groot.
Slide 11 - Question ouverte
10. Ik heb veel vriendinnen.
Slide 12 - Question ouverte
11. Juan heeft zere voeten.
Slide 13 - Question ouverte
12. Ik ga naar de bieb (biblioteca) 's middags.
Slide 14 - Question ouverte
13. Wij eten om 15u 's middags.
Slide 15 - Question ouverte
14. Ik word rood.
Slide 16 - Question ouverte
15. Wij hebben het huiswerk (los deberes) gemaakt.
Slide 17 - Question ouverte
16. Zij hebben geen pizza gegeten. (eten=comer)
Slide 18 - Question ouverte
17. Ik ben op school.
Slide 19 - Question ouverte
18. Jij hebt mijn zus gezien.
(+ voorzetsel a tussen ww en mijn zus)
(+ voorzetsel a tussen ww en mijn zus)
Slide 20 - Question ouverte
19. Waar ga je heen/naartoe?
Slide 21 - Question ouverte
20. Jullie gaan op de fiets naar school.
