Toets werken met bronnen bij geschiedenis klas 1 h/v VSO

Wat weet jij over werken met bronnen bij het vak geschiedenis?

Geschreven bronnen

Ongeschreven bronnen

Een brief

Een tempel

Een krantenbericht

Een foto

Geschreven bronnen

Ongeschreven bronnen

Een primaire bron is...

1. Een bron uit de tijd zelf waarover de bron gaat.
2. Een bron die later is gemaakt over een andere tijd.
3. Een bron uit deze tijd over vroeger.
4. Een bron van vroeger over de toekomst.

Welke van deze is een primaire bron?

1. De tekst in het lesboek over de jager-verzamelaars
2. Een pot uit de jager-verzamelaar periode.
3. Een boek geschreven in 1950 over de jager-verzamelaars
4. Een schilderij gemaakt in 1600 over de jager-verzamelaars

Primaire of secundaire bron?

1. primaire bron
2. secundaire bron

Wat is een voorbeeld van een secundaire bron?

1. Een geschiedenisboek.
2. Een kleitablet met spijkerschrift erop.
3. Een schilderij uit de Gouden Eeuw.
4. Een aflevering over de Romeinen van het Klokhuis.

Is dit een primaire of secundaire bron?

1. Primaire bron
2. Secundaire bron

Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op;

1. Wie heeft de bron gemaakt?
2. Wanneer is de bron gemaakt?
3. Wat is het doel van de (gemaakte) bron?
4. Alle drie! ( dus op AB en C).

Betrouwbaarheid van bronnen is een probleem bij geschiedenis, omdat bronnen onjuiste informatie kunnen bevatten.

1. Ja, dat is waar.
2. Nee, dat is niet waar.

Wat is GEEN hulpvraag om de betrouwbaarheid van bronnen te controleren?

1. Wanneer is de bron gemaakt?
2. Hoe is de maker aan de informatie gekomen?
3. Met welke bedoeling is de bron gemaakt?
4. Waarover gaat de bron?