Thema: Ecologie en milieu Les 1 B MO42 '22

Huiswerk bespreken: 1. Organismen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Huiswerk bespreken: 1. Organismen

Slide 1 - Diapositive

Goede voorbeelden van aquatische ecosystemen zijn:
A
Een meer, een vijver, een beek
B
De waddenzee, een weiland, een spreng
C
Een slik, een bos, een rivier
D
Een oceaan, een rivier oever, een laguna

Slide 2 - Quiz

Een habitat heeft betrekking op:
A
Een organisme / een populatie
B
Levensgemeenschap

Slide 3 - Quiz

Een ecosysteem wordt gevormd door:
A
een organisme en een levensgemeenschap
B
de biotoop en een levensgemeenschap
C
een organisme en de biosfeer

Slide 4 - Quiz

Planten met een dikke cuticula leven in:
A
een droge omgeving
B
een nate omgeving

Slide 5 - Quiz

Planten met een minder goed ontwikkeld wortelstelsel leven in een:
A
droge omgeving
B
nate omgeving

Slide 6 - Quiz

Tolerantiegebied

Minimum
temperatuur

Maximum temperatuur

Optimum
temperatuur

Slide 7 - Question de remorquage

Er is een verband tussen de tolerantie en het verspreidingsgebied van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste verspreidingsgebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 8 - Quiz

Dieren met een kleine oppervlakte maar een grote inhoud koelen                              af. 
Dieren met een groot oppervlakte en een kleine inhoud koelen                        af. 

Op de Noordpool zijn dieren                               dan in de Sahara woestijn. 
Baby's koelen sneller af dan volwassenen omdat hun lichaam                            is. 
 
sneller
langzamer
groter
kleiner

Slide 9 - Question de remorquage

Welke soort heeft het grootste tolerantie?
A
Soort a
B
Soort b
C
Soort a en b, want er is overlap

Slide 10 - Quiz

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 11 - Quiz