Oefen toets

Oefen toets biologie
Biologie leerjaar 1 periode 1
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BioSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefen toets biologie
Biologie leerjaar 1 periode 1

Slide 1 - Diapositive

Is voor verbranding koolstofdioxide nodig?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Wat is er nodig voor een verbranding
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water
D
Glucose

Slide 3 - Quiz

Is verbranding mogelijk zonder zuurstof?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Kun je koolstofdioxide aantonen met helder kraanwater?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Met kalkwater kun je koolstofdioxide aantonen. Hoe noemen we kalkwater
A
Indicator
B
Reagentia
C
Aan toon vloeistof
D
Reactie vloeistof

Slide 6 - Quiz

Adem je meer zuurstof uit dan je inademt?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Vindt verbranding alleen in je spieren plaats?

Slide 8 - Question ouverte

Halen je longen waterstof uit de lucht?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Komen brandstoffen via het bloed bij de cellen van je lichaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Is de slokdarm een deel van het ademhalingsstelsel?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Houden de neusharen stofdeeltjes tegen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Is de binnenkant van de bronchiën bekleed met slijmvlies?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Hoesten rokers meer doordat teer de trilharen beschadigt?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Zijn teer, nicotine en koolstofmonoxide gezonde stoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurt er bij verbranding in je lichaam?
A
Er wordt brandstof gebruikt om beweging en warmte te krijgen.
B
Er wordt beweging en warmte gebruikt om energie te krijgen.
C
Er wordt energie gebruikt om brandstoffen te krijgen.

Slide 16 - Quiz

Wat zijn verbrandingsproducten?
A
Stoffen die nodig zijn voor een verbranding.
B
Stoffen die ontstaan bij een verbranding.
C
Stoffen die worden gebruikt bij een verbranding.

Slide 17 - Quiz

Welke stof is een indicator voor koolstofdioxide?
A
Gekookt water.
B
Helder kalkwater.
C
Zuurstof.

Slide 18 - Quiz

Een meisje ademt uit tegen een ruit, hierbij beslaat de ruit.
Waardoor beslaat de ruit?

A
Doordat uitgeademde lucht viezer is.
B
Door koolstofdioxide in de uitgeademde lucht.
C
Door waterdamp in de uitgeademde lucht.

Slide 19 - Quiz

Welk gas halen je longen uit de lucht?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Stikstof

Slide 20 - Quiz


Slide 21 - Question ouverte

Zuurstof wordt opgenomen in je lichaam door de
A
Longen
B
Darmen
C
Verbranding
D
Slokdarm

Slide 22 - Quiz

Brandstoffen komen je lichaam binnen via je
A
Voedsel
B
Glucose
C
Longen
D
Darmen

Slide 23 - Quiz

Een belangrijke brandstof voor je lichaam is
A
Vet
B
Suiker
C
Eiwit
D
Glucose

Slide 24 - Quiz

Bij de verbranding in je lichaam ontstaat
A
Water
B
Koolstofdioxide
C
Water en koolstofdioxide
D
Water en stikstof

Slide 25 - Quiz

Schrijf de namen van de organen op.

Slide 26 - Question ouverte

Welke afbeelding geeft de luchtwegen weer van Maartje, als ze geen aanval heeft?

Slide 27 - Question ouverte