Taalvergelijking

Taalvergelijking
Les Taalvergelijking 

december 2023
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 1,5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taalvergelijking
Les Taalvergelijking 

december 2023

Slide 1 - Diapositive


Hoeveel talen bestaan er op de wereld? 
Hoeveel talen kun je bedenken?
- Pak je wisbordje
- Overleg met je buurman/buurvrouw
- Hoeveel talen kunnen jullie bedenken?
- Schrijf de talen op

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen? 
                                                   Een taalspelletje!
Wat leren we deze les en met het taalvergelijking-spel? 
- Ik leer over talen die op elkaar lijken en van dezelfde taalfamilie afkomstig zijn.
- Ik leer woorden die op elkaar lijken, maar uit verschillende talen komen, herkennen.
- Woordenschat Engels, Fries en Nederlands.

Slide 3 - Diapositive

Taalfamilies
Wat gaan we vandaag doen: 
We gaan de slag gaat met het vergelijken van het Nederlands, het Fries, en het Engels. 

kaas - tsiis - cheese
schaap - skiep - sheep
ijs - iis- ice
glad - glêd - glad
Waarom lijken deze talen op elkaar? 
Taalvergelijking-spel

Slide 4 - Diapositive

Taalfamilies
Sommige talen lijken op elkaar.
Kijk maar eens naar dit filmpje: 
Taalfamilies

Slide 5 - Diapositive

Taalfamilies
Taalfamilies
Wat is een taalfamilie?

- Het Nederlands behoort tot de West-Germaanse taalfamilie

- Andere West-Germaanse talen zijn: 
het Engels, het Fries, het Duits en het Afrikaans.

Slide 6 - Diapositive

Taalfamilies
Taalfamilies

Slide 7 - Diapositive

Taalfamilies
Taalfamilies
- Wat gebeurde hier in het filmpje?
- Wat ging er niet helemaal goed?


'it kin net'
'het kan net'

Slide 8 - Diapositive

Het taalvergelijking-spel 
1. Iedereen krijgt een kaartje. Laat je kaartje niet aan andere kinderen zien!
2. De kaartjes zijn in het Nederlands, Engels of Fries.
3. Lees je kaartje goed.
4. Loop door de klas en lees en vertaal elkaars kaartje. 
5. Zoek kinderen die hetzelfde woord hebben als jij hebt maar dan in een andere taal. 
6. Elk woord is er in het Nederlands, Fries en Engels. Heb je, je drietal gevonden? Ga bij elkaar staan en wacht op de rest van de klas. 
timer
8:00

Slide 9 - Diapositive

Afsluiting
- Hoe ging dit spelletje?
- Wat is jullie opgevallen aan de woorden? Welke woorden vond je opvallend ?
- Hebben we de lesdoelen gehaald?

Slide 10 - Diapositive