oefentoets

Oefenvragen
-microbiologie
-reiniging & desinfectie
-HACCP
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefenvragen
-microbiologie
-reiniging & desinfectie
-HACCP

Slide 1 - Diapositive

Wat is juist over de grootte van een bacterie. En bacterie is .........
A
groter dan een gist
B
kleiner dan een gist
C
groter dan een schimmel
D
kleiner dan een virus

Slide 2 - Quiz

Wat is een pathogeen?
A
Aerobe bacterie
B
Melkzuurbacterie
C
Ziekmakende bacterie
D
Gasvormende bacterie

Slide 3 - Quiz

In de koelkast gaan micro organismen......
A
dood
B
niet groeien
C
wel groeien

Slide 4 - Quiz

Welke termen passen bij het groeiverloop van micro-organismen?
A
1. aanpassingsfase, 2. evenwichtsfase, 3. exponentiële groeifase, 4. afstervingsfase
B
1. evenwichtsfase, 2. aanpassingsfase, 2. exponentiële groeifase, 3. afstervingsfase
C
1. aanpassingsfase, 2. exponentiële groeifase, 3. evenwichtsfase, 4. afstervingsfase
D
1. aanpassingsfase, 2. exponentiële groeifase, 3. afstervingsfase, 4. evenwichtsfase

Slide 5 - Quiz

Op basis van de leeftemperatuur kun je m.o. indelen in drie groepen.
Een van die groepen zijn de psychofielen.
Psychofielen ..........
A
leven graag in een koude omgeving
B
leven zowel in een koude als een warme omgeving
C
leven graag in een warme omgeving
D
leven graag bij kamertemperatuur

Slide 6 - Quiz

Hoe heten micro-organismen die geen zuurstof nodig hebben om te kunnen leven?
A
Aëroob
B
Anaëroob
C
Thermotolerant
D
Psychrofiel

Slide 7 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
steriliseren
B
luchtdicht verpakken
C
pasteuriseren
D
met conserveermiddelen

Slide 8 - Quiz

Voor welk soort vervuiling wordt een basisch reinigingsmiddel gebruikt?
A
Loszittend grof vuil
B
Vastzittend organisch vuil
C
Vastzittend anorganisch vuil
D
Verschillende vuilsoorten

Slide 9 - Quiz

Voor welk soort vervuiling wordt een zuur reinigingsmiddel gebruikt?
A
Loszittend grof vuil
B
Vastzittend organisch vuil
C
Vastzittend anorganisch vuil
D
Verschillende vuilsoorten

Slide 10 - Quiz

Desinfecteren doe je
A
voor een reiniging
B
na een reiniging
C
voor of na speelt geen rol
D
nooit

Slide 11 - Quiz

Welke 2 reinigingsfactoren spelen een belangrijke rol bij schuimreinigen?
A
Tijd, Temperatuur
B
Temperatuur, Chemie
C
Kracht, Chemie
D
Chemie, Tijd

Slide 12 - Quiz

Wat is geen persoonlijk beschermingsmiddel dat je kunt gebruiken ter voorkoming van ongelukken?
A
Handschoenen
B
Gelaatsmasker
C
Laarzen
D
Gehoorbescherming

Slide 13 - Quiz

Schoonmaken doe je het best
A
met water onder lage druk (4 bar)
B
met water onder hoge druk (100 bar)
C
met een reinigingsmiddel
D
met een desinfectiemiddel

Slide 14 - Quiz

Wat zijn S-zinnen?
A
Waarschuwingen
B
Veiligheidsaanbevelingen
C
Veiligheidssymbolen
D
Ingredienten

Slide 15 - Quiz

Waar staan de letters HACCP in het Nederlands voor?
A
Gevaren analyse op kritieke controle punten
B
Gevaren analyse op gevaarlijke controle punten
C
Gevaren analyse op kritische beheers punten
D
Gevaren analyse op gevaarlijke beheers punten

Slide 16 - Quiz

Welke woorden horen specifiek bij voedselveiligheid? Kies er 2.
A
Zichtbare tekenen van bederf
B
De aanwezigheid van stukjes vruchtvlees in sinaasappelen
C
De samenstelling van het product
D
De houdbaarheid van het product ontbreekt.

Slide 17 - Quiz

Op welke manieren kan de productieafdeling een product onveilig maken. Kies er 2.
A
Door onhygiënisch te werken
B
Door boven de kostprijs te werken
C
Door verkeerde grondstoffen in te kopen
D
Door met slechte of kapotte machines te werken

Slide 18 - Quiz

Wat is geen allergeen?
A
Pinda
B
Melk
C
Varkensvlees
D
Vis

Slide 19 - Quiz

Een steentje in een gehaktbal is een
A
chemisch gevaar
B
fysisch gevaar
C
allergeen gevaar
D
microbiologisch gevaar

Slide 20 - Quiz