Examentraining havo 2

Examentraining Engels 2
Voorbereiding op Centraal examen Engels

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining Engels 2
Voorbereiding op Centraal examen Engels

Slide 1 - Diapositive

Je kan vooruit reizen tot vlak voor je examen Engels, geef jezelf 2 tips

Slide 2 - Carte mentale

Het centraal examen
tekstboekje - 13 teksten
vragenboekje -42 vragen
antwoordblad

hulpmiddelen: woordenboek eng-nl

Slide 3 - Diapositive

Oefening 1 tekst 13
Examens zijn tijdgebonden.
   
Je hebt 7 minuten voor de volgende opdracht.
onderstreep waar je het antwoord hebt gevonden.

Onderstreep WAT je moet doen bij iedere vraag!

timer
7:00

Slide 4 - Diapositive

Wat moest je doen bij vraag 40
vinden wat onderzocht werd
de eerste zin met twee factoren vinden
twee factoren vinden voor "states of love"
anders

Slide 5 - Sondage

Wat moest je doen bij vraag 41
staat zoeken die niet aan verwachtingspatroon voldeed
staat zoeken die wel aan verwachtingspatroon voldeed
stereotypes zoeken
anders

Slide 6 - Sondage

Hoe zit het met de tijd?
ruim gehaald tijd over
net aan genoeg
niet gehaald/gegokt
pas op de helft

Slide 7 - Sondage

De antwoorden:
Vraag 40 - To determine (alinea 3) - both of these traits (synonym factor) - zin daarvoor.
Vraag 41 - (Ja) Vermont - ander woord voor niet=m.a.w. is er een uitzondering (uitzondering=exception) Ja alinea 5

Slide 8 - Diapositive

Beide goed?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

oefening tekst 10,11,12

Beantwoordt de 5 vragen 35,36,37,38,39

Je hebt 17,5 minuten.

Onderstreep WAT je moet doen.
Denk aan het texas model!
Denk aan literary devices - wat is "tone"
timer
17:30

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden 
35 D
36 B
37 E 
38 maximumscore 2
2 d
3 a
4 b
indien drie goed 2
indien twee goed 1
indien één of geen goed 0



39 maximumscore 1
c-a-b
Opmerking
Geen scorepunt toekennen aan iedere andere volgorde. 
- welk wordt geeft een conclusie aan = so (deze dus als laatste)
blijven er 2 over, is de een een vervolg op de ander, hoe weet je dat?

Slide 11 - Diapositive

Hoe zit het met de tijd?
ruim gehaald tijd over
net aan genoeg
niet gehaald/gegokt
pas op de helft

Slide 12 - Sondage

Hoeveel goed?
A
5
B
4
C
3
D
2 of minder

Slide 13 - Quiz

Wat heb je gedaan?
A
Onderstreept wat ik moet doen.
B
Kernwoorden in de tekst onderstreept
C
eerst de vraag gelezen
D
anders

Slide 14 - Quiz

Pauze 10 min

Slide 15 - Diapositive

Wat ga je nu anders doen?
A
Onderstreept wat ik moet doen.
B
Kernwoorden in de tekst onderstreept
C
eerst de vraag gelezen
D
anders

Slide 16 - Quiz

Wat ga je nu doen?
ik sla deze over en lees door
ik zoek het op
ik onderstreep en zoek op indien nodig
ik probeer het uit de tekst op te maken
ik gok

Slide 17 - Sondage

Maak nu teksten 6 t/m 9 (20 vragen)
Weet wat je zoekt!- onderstreep kernwoorden in de vraag 
Beantwoordt eerst zelf de vraag - staat jouw antwoord erbij?
Topic sentence = onderwerp van de paragraaf
Summary sentence = conclusie paragraaf
kijk naar -   plaatjes * de titel* het onderschrift* de bron*


timer
1:00:00

Slide 18 - Diapositive

Antwoorden:
15 maximumscore 4
1 wel
2 niet
3 wel
4 niet
5 wel
6 wel
7 niet

16 A
17 B
18 B
19 C
20 D
21 E
22 B
23 A
24 A 


25 D
26 B 
27 A
28 B

29 maximumscore 2
1 wel
2 niet
3 niet
4 niet

30 C
31 C
32 maximumscore 1    Just don’t (alinea 4)
33 A
34 D 
indien zeven goed 4
indien zes goed 3
indien vijf goed 2
indien vier goed 1
indien drie of minder goed 0
indien vier goed 2
indien drie goed 1
indien twee of minder goed 0

Slide 19 - Diapositive

Hoe ging het?
tijd gehaald 24 punten
tijd gehaald 16-23 punten
tijd niet gehaald/ 16-23 punten
tijd gehaald minder dan 16 punten
tijd niet gehaald minder dan 16 punten

Slide 20 - Sondage

Wat heb je gedaan?
A
Onderstreept wat ik moet doen.
B
Kernwoorden in de tekst onderstreept
C
eerst de vraag gelezen
D
anders

Slide 21 - Quiz

Vindt het antwoord in de tekst (er is er 1 fout)
9 C
10 A
11 maximumscore 2
1 niet
2 wel
3 wel
4 niet
indien vier goed 2
indien drie goed 1
indien twee of minder goed 0 



12 D
13 maximumscore 1
(alinea) 4
14 C 

Slide 22 - Diapositive

Examentraining Geslaagd!

Slide 23 - Diapositive