Thema-bijeenkomst 'Stagelopen met een twist'

Stage lopen met een 'twist'
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Stage lopen met een 'twist'

Slide 1 - Diapositive

Programma vanmiddag
- Inleiding
- Het Puberbrein 
- Ontwikkelingsstoornissen
- AD(H)D 
- Autisme 
- AD(H)D en Autisme 
- Vragen?

Slide 2 - Diapositive

Waarom deze middag? 
- Soms zien we dat stages voortijdig beeindigd worden vanwege onbegrepen gedrag. Vaak pubergedrag!
- Studenten zijn nog erg jong als ze starten met stage en ervaren stage vaak als een 'stressmoment'.
- Veel studenten kampen met diverse problematieken die extra aandacht nodig hebben en/of onbekend zijn op stage. 

Slide 3 - Diapositive

Het puberbrein 

Slide 4 - Diapositive

Pubers (adolescenten) hebben een andere benadering nodig dan volwassenen.
Het puberbrein is in ontwikkeling tot 20/ 25 jaar!
- Impulsief gedrag: emotionele en hormonale prikkels 
               Emotie wint altijd van verstand bij pubers!
- Stemmingswisselingen: sneller ruzie, humeurig en moe.
- Moeite met plannen examens en opdrachten.
- Risico's nemen/ spanning zoeken: niet nadenken over de gevolgen! 
 Hoort bij ontwikkeling tot een zelfstandig persoon.
- Zelfbeeld en onzekerheid 

Slide 5 - Diapositive

Stage en opdrachten

Het werkgeheugen, dat er voor zorgt dat je opdrachten kunt onthouden, is pas ontwikkeld op je twintigste. ’Docenten en stagebegeleiders zijn de prefrontale cortex van de puber.‘ Je moet een puber blijven helpen met overzicht houden. 

Slide 6 - Diapositive

Prefrontale cortex is het laatste hersendeel dat zich ontwikkelt
  • Aansturen doelgerichte bewegingen
  • Maken van beslissingen 
  • Plannen en organiseren 
  • Sociaal gedrag 
  • Taal en geheugen 




Slide 7 - Diapositive

Adolescentie
Nederland: 17 - 25 jaar
Vroege adolescentie
  • 12-14 jaar
  • seksuele rijping
  • losmakingsproces
Midden adolescentie
  • 14-16 jaar
  • experimenteren
Late adolescentie
  • 16-20 jaar
  • definitieve verplichtingen aangaan
Eind adolescentie
  • 20-25 jaar
  • integratie in volwassen wereld

Slide 8 - Diapositive

Ontwikkelingsstoornissen
-  Een ontwikkelingsstoornis is een neurologische of psychische aandoening die optreedt bij kinderen en adolescenten die de normale ontwikkeling verstoort: onder andere taal, motoriek, sociale interactie en leren.

- Deze stoornissen zijn vaak al vanaf de vroege kinderjaren zichtbaar en kunnen het gevolg zijn van erfelijke factoren, een erfelijke ziekte, omgevingsinvloeden zoals opvoedingsfactoren of een combinatie.

Slide 9 - Diapositive

Welke stoornissen kennen we?
- AD(H)D
- Autisme (ASS)
- Dyslexie
- Dyscalculie
- Gedragsstoornissen (ODD)
- Communicatiestoornissen (stotteren)

Slide 10 - Diapositive

ADHD 

Slide 11 - Diapositive

Wat weten jullie al over ADHD

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

ADHD of ADD?
 
ADHD; aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit.            

      ADD; aandachtstekortstoornis zonder hyperactiviteit.                              

Slide 15 - Diapositive

Kenmerken ADHD
- Je bent snel afgeleid.
- Je kunt moeilijk stilzitten en voelt je vaak onrustig.
- Je hebt problemen met slapen.
- Je raakt vaak dingen kwijt.  
- Je kunt ineens heel boos worden                                                                                
                                                               
                                                                      
  je kunt ineens heel boos worden.                                                             
 je denkt niet altijd na voor je iets doet.                                                   je vindt het moeilijk om plannen te maken.                                        

Slide 16 - Diapositive

Kenmerken ADD
- Je bent snel afgeleid.      
- Je hebt moeite met het afmaken van dingen.
- Je gaat heel makkelijk over van de ene op de andere activiteit.
- Je hebt geen overzicht over hoofd- en bijzaken.
- Je kunt slecht plannen, organiseren en kiezen.
- Je kunt niet lang lezen.                                                                                                  
- Je kunt alleen op iets concentreren als je het onderwerp erg interessant vindt.                                                                                                

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Respecteer dat jouw brein net iets anders werkt!

 Vaak wordt tegen mensen met ADHD of ADD gezegd: ‘O, wat kom jij vaak te laat? Dan moet je gewoon beter plannen en op tijd van huis gaan.’ Maar ja, dat kúnnen ze nou juist niet, want ze zijn geen gestructureerde persoon. 

Slide 20 - Diapositive

Tips voor de begeleider
- Moedig aan en beloon postitief.
- Geef ze duidelijke en korte instructies.
- Geef ze diversiteit in hun werkzaamheden. Dat houdt de concentratie en uitdaging vast,
maar geef ze niet teveel taken in een keer. 
- Maak samen zonodig een planning, dat biedt structuur.
- Adviseer een agenda of notitieschrift en feedbackschrift.
- Voer op gezette tijden een voortgangsgesprek met de student.
-  Maak zaken die niet goed lopen bespreekbaar, ADHD'ers voelen zich snel persoonlijk aangevallen. 
- Vraag na het gesprek de afspraken te herhalen.
- Werk met deadlines bij opdrachten en examens. 

Slide 21 - Diapositive

Wat moet je niet doen?
- Behandel iemand met ADHD niet alsof hij anders is. 
- Let dus op dat het niet te saai wordt voor de student.
- Geef geen onverwachte en complexe taken/opdrachten.
- Probeer boosheid te vermijden en probeer je niet aan het (drukke) gedrag te ergeren. Leg gewenst gedrag uit.

Slide 22 - Diapositive

Autisme 

Slide 23 - Diapositive

Waar denken jullie aan bij autisme?

Slide 24 - Carte mentale

Wat is autisme?
- Autisme (ASS) is een verzamelnaam voor diverse stoornissen namelijk:     autistische stoornis (klassiek autisme), Asperger, PDD- NOS
- Ruim 1% van de bevolking heeft autisme (gediagnosticeerd)
- Het is genetisch, je wordt er mee geboren.
- De wereld is vaak onduidelijk, onoverzichtelijk en vol met  ondoorgrondelijke  sociale regels.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Kenmerken
Stoornis in de sociale omgang, bijv. niet aankijken.
Moeite met het zich inleven en verplaatsen in de ander
Weinig begrip van sociale situaties
Moeite met wisselende en onzichtbare sociale betekenissen
Stoornis in de communicatie
Moeite met abstract en vaag taalgebruik: denk aan het gebruik van woorden zoals vaak, soms, ooit, weinig enz. 
Moeite met figuurlijk taalgebruik: denk aan ironie of uitdrukkingen 'de aap uit de mouw'
Moeite met non-verbale communicatie: denk aan gezichtsuitdrukkingen, gebaren en intonatie
Stoornis in de verbeelding
Rigide handelen : routines in de tijd,  dingen doen in een bepaalde volgorde
Voorkeur voor vaste routines en regels
Beperkte, eenzijdige interesses
Weerstand tegen veranderingen

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Op stage
Voor alle leerlingen kan het beginnen aan een stage spannend zijn............
 maar voor leerlingen met autisme is het beginnen aan een stage net zo’n grote verandering als beginnen aan een nieuwe studie, omdat alles weer nieuw en anders is!

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Wat is lastig op stage? 
  • Het maken van contact met een collega of een 'praatje maken'
  • Mensen met autisme denken in details. Het zien van het geheel is vaak moeilijk. 
  • Empatisch reageren in situaties is vaak lastiger.
  • Meer moeite met plannen en aandacht houden.
  • Ze nemen dingen (beeldspraak) vaak letterlijk en kunnen minder goed tussen de regels door lezen.

Slide 32 - Diapositive

Tips voor de begeleider
  • Geef overzichtelijke taken. Maak evt samen een schema
  • Waak ervoor dat een student niet tien dingen tegelijk hoeft te doen. 
  • Check of de student op hetzelfde spoor zit na een instructie.
  • Geef korte instructies.
  • Communiceer niet via WhatsApp. 
  • Probeer afspraken na te komen en niet te vaak te wijzigen. 

Slide 33 - Diapositive

Doordat mensen met en mensen zonder ASS elkaar niet begrijpen, nemen ze elkaar vaak letterlijk. Het zijn dus niet alleen mensen met autisme die dingen letterlijk nemen, maar ook mensen zonder autisme die de mens met autisme niet begrijpen!

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

ADHD & Autistisch spectrum Stoornis
  • Meest voorkomende stoornissen (samen met Dyslexie en Dyscalculie).
  • Beiden aangeboren, vaak genetisch bepaald. 
  • Zijn beiden ontwikkelingsstoornissen en jongeren hebben in beiden gevallen een andere manier van het verwerken van prikkels van buitenaf. 
  • Een andere sensorische informatieverwerking: over- of ondergevoeling voor geluiden, geuren, prikkels.
  • Hebben overlappende kenmerken waardoor diagnose stellen  lastig is.
  • Regelmatig hebben jongeren autisme met een vorm van ADHD of andersom.

Slide 36 - Diapositive

Welke bruikbare adviezen hebben jullie voor collega's?

Slide 37 - Question ouverte

Vragen 

Slide 38 - Diapositive